woensdag 20 november 2024

#ZORG #ETHISCHE #STUDIE #NAAR #BETEKENISVOLLE #OMGANG #MET #EN #STEUN #AAN #LVB #JONGEREN #IN #TUSSENRUIMTEN

Het proefschrift van Michael Kolen, getiteld "De ongekende mogelijkheid van het alledaagse: Een kwalitatief-empirische, zorgethische studie naar morele betekenissen in de alledaagse omgang tussen jongeren met een licht verstandelijke beperking en zorgprofessionals", biedt een diepgaande analyse van de complexe interacties en morele dimensies in de dagelijkse zorg voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB).
Dit onderzoek, verdedigd in 2017 aan de Universiteit voor Humanistiek, werpt nieuw licht op de betekenis en het potentieel van alledaagse zorgpraktijken in de LVB-sector.
Methodologie en onderzoeksopzet
Kolen's studie volgt een kwalitatief-empirische benadering, gebaseerd op zorgethische principes. Hij observeerde negentien jongeren met een LVB gedurende een volledige dag in verschillende zorgorganisaties. Deze methodologie stelde hem in staat om de nuances en complexiteit van de dagelijkse interacties tussen zorgprofessionals en LVB-jongeren in detail te bestuderen.
Het onderzoek richtte zich niet alleen op de directe relaties tussen cliënten en zorgverleners, maar onderzocht ook nadrukkelijk de invloed van de institutionele context, zoals regels en protocollen, op deze interacties. Deze holistische benadering biedt een uniek perspectief op de zorgpraktijk, waarbij de wisselwerking tussen individuele actoren en bredere institutionele factoren in acht wordt genomen.
Theoretisch kader
Kolen's werk is stevig verankerd in de zorgethiek, een stroming die de nadruk legt op de relationele en contextuele aspecten van zorg. Hij gebruikt de zorgethiek als een vorm van morele etnografie, waardoor hij in staat is de verschillende morele actoren in de alledaagse omgang (LVB-jongere, zorgprofessional en de institutionele context) tot spreken te brengen.
Daarnaast maakt Kolen gebruik van institutionele etnografie om de onzichtbare institutionele invloeden in de alledaagse omgang zichtbaar te maken. Hij ontwikkelde hiervoor een analysemodel, het zogenaamde 'onderwaterscherm', gebaseerd op de analyse van persoonlijke ondersteuningsplannen van de respondenten.
Kernbevindingen
Typologie van begeleidingsstijlen
Een van de meest opvallende resultaten van Kolen's onderzoek is de identificatie van drie distinctieve begeleidingsstijlen in de alledaagse omgang. Hij gebruikt hiervoor een metafoor uit het voetbal:
1. De spelbreker: Deze stijl kenmerkt zich door een rigide toepassing van regels en protocollen, waarbij de spontaniteit en flexibiliteit in de zorgrelatie vaak verloren gaan.
2. De scheidsrechter: Deze benadering focust op het handhaven van orde en structuur, maar biedt meer ruimte voor interpretatie van regels dan de spelbreker.
3. De medespeler: Deze stijl kenmerkt zich door een meer gelijkwaardige en flexibele benadering, waarbij de zorgprofessional actief participeert in het 'spel' van de dagelijkse interacties.
Deze typologie biedt een waardevol kader voor het begrijpen en evalueren van verschillende benaderingen in de LVB-zorg.
Morele betekenisgeving in alledaagse interacties
Een centrale these van het proefschrift is dat goede zorg voor mensen met een LVB niet uitsluitend van buitenaf bepaald hoeft te worden, maar juist kan voortvloeien uit de dynamiek van alledaagse interacties. Interacties waarbij een geestelijk verzorger een uitmuntende rol kan spelen. Kolen betoogt dat de alledaagse omgang mogelijkheden voor goede zorg in zich draagt die in de huidige dominante ethiek van de zorg nauwelijks worden gezien of erkend als bron voor moreel weten.
Deze bevinding daagt de conventionele opvattingen over zorgkwaliteit en -ethiek uit en pleit voor een herwaardering van de ogenschijnlijk triviale, dagelijkse momenten in de zorgpraktijk.
Maatschappelijke context en uitdagingen
Kolen plaatst zijn onderzoek in een bredere maatschappelijke context, waarbij hij wijst op de toenemende complexiteit van de samenleving en de uitdagingen die dit met zich meebrengt voor mensen met een LVB.
Hij stelt dat LVB'ers niet zozeer geboren worden, maar eerder 'gemaakt' worden door een veranderende samenleving die steeds hogere eisen stelt aan cognitieve en sociale vaardigheden.
De studie suggereert dat ongeveer een derde van de bevolking moeite heeft om volledig zelfstandig te functioneren in de huidige maatschappij. Dit roept belangrijke vragen op over inclusie, zelfredzaamheid en de rol van zorginstituties in een snel veranderende wereld.
Het concept van 'tussenruimte'
Een belangrijk concept dat Kolen introduceert is dat van de 'tussenruimte'. Dit verwijst naar fysieke en geestelijke ruimtes waar cliënten, naasten, mantelzorgers en professionals als de dienst geestelijke verzorging samen een leefgemeenschap kunnen vormen. Deze tussenruimtes bieden:
• Een eiland van rust in een complexe, snel veranderende omgeving
• Mogelijkheden voor betekenisvolle rituelen en activiteiten
• Kansen voor participatie en eigen inbreng van alle betrokkenen
• Ondersteuning bij het navigeren van een complexe samenleving
Het concept van tussenruimte biedt een nieuwe benadering voor het organiseren van zorg en ondersteuning, waarbij de nadruk ligt op gemeenschapsvorming en het creëren van een ondersteunende omgeving.
Implicaties voor beleid en praktijk
Kolen's onderzoek heeft verstrekkende implicaties voor zowel de zorgpraktijk als het beleid:
1. Herwaardering van alledaagse interacties: Er is behoefte aan een grotere erkenning van de waarde van alledaagse interacties in zorgverlening. Dit vereist een verschuiving in de manier waarop zorgkwaliteit wordt gemeten en geëvalueerd.
2. Heroverweging van dominante zorgethiek: De studie pleit voor een kritische heroverweging van de dominante zorgethiek die focust op interventie en meetbare resultaten. Er is behoefte aan een meer holistische benadering die oog heeft voor de subtiele, maar significante aspecten van dagelijkse zorg.
3. Creëren van 'tussenruimtes': Het onderzoek onderstreept de noodzaak voor het creëren van 'tussenruimtes' in kleinschalige zorgvoorzieningen. Dit vereist een herziening van de manier waarop zorgomgevingen worden ontworpen en georganiseerd.
4. Financiering en borging: Er is behoefte aan wettelijke borging van financiering voor geestelijke verzorging en andere vormen van ondersteuning die bijdragen aan het creëren van betekenisvolle zorg in de LVB-sector.
5. Professionele ontwikkeling: De bevindingen suggereren dat er behoefte is aan nieuwe vormen van professionele ontwikkeling voor zorgverleners, gericht op het cultiveren van vaardigheden die nodig zijn voor het navigeren van complexe, alledaagse interacties.
6. Beleidsontwikkeling: Er is behoefte aan beleid dat de waarde van 'tussenruimtes' en gemeenschapsvorming erkent en faciliteert, in plaats van uitsluitend te focussen op individuele zelfredzaamheid.
Kritische reflectie en toekomstig onderzoek
Hoewel Kolen's werk belangrijke inzichten biedt, zijn er ook aspecten die verdere verdieping of kritische reflectie verdienen:
1. Generaliseerbaarheid: De studie is gebaseerd op een relatief kleine steekproef. Toekomstig onderzoek zou kunnen profiteren van een grotere en meer diverse onderzoeksgroep om de bevindingen te valideren en te verfijnen.
2. Langetermijneffecten: Het onderzoek biedt een momentopname van de zorgpraktijk. Longitudinaal onderzoek zou waardevol zijn om de langetermijneffecten van verschillende begeleidingsstijlen en de impact van 'tussenruimtes' te evalueren.
3. Implementatie-uitdagingen: Hoewel het concept van 'tussenruimtes' veelbelovend is, kunnen er praktische uitdagingen zijn bij de implementatie ervan in bestaande zorgstructuren. Verder onderzoek naar de haalbaarheid en effectiviteit van deze benadering in verschillende contexten is nodig.
4. Ethische overwegingen: De focus op alledaagse interacties roept vragen op over privacy en de grenzen tussen professionele zorg en persoonlijke ruimte. Deze ethische dimensies verdienen verdere exploratie.
5. Economische implicaties: De studie gaat niet diep in op de economische implicaties van de voorgestelde benaderingen. Onderzoek naar de kosteneffectiviteit en financiële haalbaarheid van 'tussenruimtes' en meer persoonsgerichte zorgbenaderingen zou waardevol zijn.
Conclusie
Michael Kolen's proefschrift "De ongekende mogelijkheid van het alledaagse" biedt een vernieuwende en diepgaande kijk op de zorg voor jongeren met een LVB. Door de focus te leggen op de alledaagse omgang en de morele betekenissen die daaruit voortvloeien, opent hij nieuwe perspectieven voor het begrijpen en verbeteren van zorgpraktijken.
Het werk onderstreept het belang van menselijke interactie en gemeenschapsvorming in een tijd van toenemende maatschappelijke complexiteit en individualisering. Het concept van 'tussenruimtes' biedt een veelbelovend kader voor het heroverewegen van zorgomgevingen en -praktijken.
Kolen's onderzoek nodigt uit tot een fundamentele heroverweging van hoe we zorg conceptualiseren, organiseren en evalueren. Het pleit voor een benadering die de rijkdom en complexiteit van alledaagse interacties erkent en waardeert als bron van morele oriëntatie en goede zorg.
Terwijl de studie belangrijke inzichten biedt, roept het ook vragen op die verder onderzoek verdienen. De uitdaging ligt nu in het vertalen van deze inzichten naar concrete beleidsmaatregelen en praktijkveranderingen die de kwaliteit van leven en zorg voor mensen met een LVB daadwerkelijk kunnen verbeteren. Geestelijk verzorgers nemen hierbij een onmisbare rol voor hun rekening.
Kan een afbeelding zijn van bloem
Leuk
Opmerking plaatsen
Delen

donderdag 14 november 2024

#Onderlinghe #Verdraechsaemheydt - #OVER #OECOMENE #& #TOLERANTIE

 

#Onderlinghe #Verdraechsaemheydt - #OVER #OECOMENE #& #TOLERANTIE

#Onderlinghe #Verdraechsaemheydt

Door: Rabbijn Simon Bornstein®
De oecumenische beweging is een belangrijke ontwikkeling binnen het christendom die zich richt op de eenheid van verschillende kerken en denominaties. Deze beweging heeft zijn wortels in de Bijbel, waar de oproep tot eenheid en onderlinge liefde centraal staat.
In dit artikel onderzoeken we de oecumenische beweging vanuit het perspectief van de christelijke theoloog Dr. C. van der Waal, met aandacht voor thema’s zoals tolerantie, barthianisme, en de rol van historische conferenties.
Oecumenische Beweging en de Bijbel
De oecumenische beweging vindt zijn basis in de Bijbel, waar gelovigen worden aangespoord om samen te werken en elkaar te respecteren. De boodschap van eenheid is prominent aanwezig in het Nieuwe Testament, volgens Dr. van der Waal, vooral in de brieven van Paulus. Hij benadrukt dat er één lichaam is in Christus (Efeziërs 4:4-6) en roept christelijke gelovigen op om elkaar te verdragen in liefde. Dit idee van onderlinge verdraagzaamheid vormt een fundament voor de oecumenische dialoog.
Dr. C. van der Waal stelt dat deze bijbelse basis niet alleen relevant is voor christenen, maar ook voor joden en andere religieuze tradities. De principes van tolerantie en respect zijn universeel toepasbaar en kunnen bijdragen aan interreligieuze samenwerking.
Barthianisme
Het barthianisme, genoemd naar de christelijke theoloog Karl Barth, speelt een cruciale rol binnen de oecumenische beweging. Barth pleitte voor een theologie die zich richt op Gods openbaring in Jezus Christus als het centrale punt van geloof. Zijn nadruk op genade en verzoening biedt een gemeenschappelijke basis voor verschillende denominaties om samen te komen.
Van der Waal wijst erop dat het barhianisme ook ruimte biedt voor dialoog met andere religies. Het idee dat God zich openbaart aan alle mensen kan leiden tot een grotere acceptatie van diversiteit binnen religieuze overtuigingen.
Faith & Order
Een ander belangrijk aspect van de oecumenische beweging is het “Faith & Order” initiatief, dat zich richt op het bevorderen van overeenstemming in geloofsuitspraken tussen verschillende kerken.
Dit initiatief streeft naar een diepere christelijke theologische reflectie over wat het betekent om één lichaam in Christus te zijn.
Dr. H. van der Linde heeft uitgebreid geschreven over hoe “Faith & Order” kan bijdragen aan meer begrip tussen kerken door middel van gezamenlijke studie en gebed. Dit proces vereist echter ook bereidheid tot zelfreflectie en erkenning van verschillen.
In onze moderne tijd worden we geconfronteerd met wat sommigen beschrijven als nihilistische dynamiek: een afname van waarden en normen die leidt tot verdeeldheid binnen samenlevingen en religies.
Arie de Kok wijst erop dat deze dynamiek ook invloed heeft op religieuze gemeenschappen, waarbij #sommige #groepen #radicaliseren terwijl #anderen #zich #terugtrekken #uit het #publieke #debat.
Van der Waal pleit ervoor dat #oecumenische #initiatieven juist #nu #essentieel zijn om #tegenwicht te #bieden #aan deze #nihilistische #tendensen. Door samen te werken kunnen kerken niet alleen hun eigen identiteit versterken, maar ook bijdragen aan sociale cohesie.
Historische Conferenties
Historisch gezien hebben verschillende conferenties bijgedragen aan de ontwikkeling van de oecumenische beweging:
1. #Conferentie van #Lausanne 1927: Deze conferentie bracht vertegenwoordigers uit diverse kerken samen om te discussiëren over wereldwijde samenwerking.
2. #Leerregels van #Dordrecht: Deze zestiende eeuwse regels legden belangrijke theologische fundamenten vast die nog steeds relevant zijn voor hedendaagse discussies over predestinatie en genade in Protestantse kringen.
Professor dr. H.Y Groenewegen heeft betoogd dat deze historische momenten ons herinneren aan het belang van samenwerking tussen kerken om gezamenlijke doelen na te streven.
#Zweepslag van #Tolerantie
De term “zweepslag van tolerantie” verwijst naar de uitdagingen waarmee religieuze gemeenschappen worden geconfronteerd als ze proberen tolerantie te bevorderen in een wereld vol conflicten en verdeeldheid.
J. Trigland beschrijft in zijn werk Kerckelyke Geschiedenissen (Leiden 1650) hoe tolerantie niet alleen moet worden gepredikt, maar ook moet worden geleefd door gelovigen.
Van der Waal benadrukt dat echte tolerantie vraagt om actie; het vereist moed om bruggen te bouwen tussen verschillende geloven en culturen.
#Onderlinghe #Verdraechsaemheydt
Het #concept “Onderlinghe Verdraechsaemheydt”, oftewel onderlinge verdraagzaamheid, is cruciaal voor zowel joodse als christelijke tradities. Het idee dat we elkaar moeten respecteren ondanks onze verschillen vormt een solide basis voor interreligieuze dialoog.
In deze context pleit Van der Waal ervoor dat zowel joden als christenen hun gemeenschappelijke wortels erkennen en samenwerken aan sociale rechtvaardigheid.
Conclusie
De oecumenische beweging biedt kansen voor samenwerking tussen verschillende religies door middel van dialoog, wederzijds respect, en gezamenlijke inspanningen voor sociale rechtvaardigheid. Dr. C. van der Waal’s inzichten benadrukken hoe belangrijk het is om tolerantie actief na te streven in onze complexe wereld vol diversiteit.
Door ons te richten op wat ons verbindt—de bijbelse oproep tot liefde, genade, en verzoening—kunnen we werken aan een toekomst waarin religieuze gemeenschappen niet alleen naast elkaar bestaan maar ook daadwerkelijk samenwerken ten behoeve van het welzijn van allen.

Labels: 

#ZORG #ETHISCHE #STUDIE #NAAR #BETEKENISVOLLE #OMGANG #MET #EN #STEUN #AAN #LVB #JONGEREN #IN #TUSSENRUIMTEN

Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein ® Het proefschrift van Michael Kolen, getiteld "De ongekende mogelijkheid van het alledaagse: Een kw...