maandag 13 oktober 2025

#VERHEUG JE OVER DE #TORAH – #ONZE #LEVENSBOOM! #DROOSJE VOOR #SIMCHAT #TORAH 2025.




#VERHEUG JE OVER DE #TORAH –
#ONZE #LEVENSBOOM!
#DROOSJE VOOR #SIMCHAT #TORAH 2025.


#Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein®

Sjalom Chaweriem en Chawerot,


Vandaag, op deze vreugdevolle Simchat Torah 2025, staan wij aan de vooravond van een nieuwe jaarlijkse cyclus van Torah-lezing. Het is een moment van voltooiing en tegelijkertijd van een nieuw begin, een viering van de eeuwige band tussen Am Jisrael en Torat Jisrael.


De Torah, onze levensboom, is niet slechts een verzameling wetten en verhalen, maar de blauwdruk van de schepping, de adem van Hasjem Zelf, die ons leven richting en betekenis geeft.


De vreugde van Simchat Torah is diep geworteld in de erkenning van de Torah als een onuitputtelijke bron van wijsheid en inspiratie. De Talmoed leert ons:


"הפוך בה והפוך בה, דכולא בה" –
"Keer haar om en keer haar om, want alles is erin"
(Pirkei Avot 5:22).

Deze uitspraak, toegeschreven aan Ben Bag Bag, benadrukt de oneindige diepte van de Tora
h. Elke keer dat we haar bestuderen, ontdekken we nieuwe lagen van betekenis, nieuwe inzichten die relevant zijn voor ons leven, ongeacht de tijd of de omstandigheden. De Torah is niet statisch; zij is dynamisch en spreekt tot elke generatie op haar eigen manier.


De vreugde die wij ervaren op Simchat Torah is niet alleen intellectueel, maar daarnaast ook emotioneel en spiritueel. Het is een vreugde die voortkomt uit de wetenschap dat wij, als Joods volk, bevoorrecht zijn met deze Goddelijke Openbaring.


De profeet Jesaja zegt:
"
שׂוֹשׂ אָשִׂישׂ בַּה' תָּגֵל נַפְשִׁי בֵּאלֹהַי כִּי הִלְבִּישַׁנִי בִּגְדֵי יֶשַׁע מְעִיל צְדָקָה יְעָטָנִי" –
"Ik zal mij zeer verheugen in de Eeuwige, mijn ziel zal jubelen in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met klederen van heil, met een mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omhuld"

(Jesaja 61:10).


Deze vreugde is een weerspiegeling van onze dankbaarheid voor de Tora
h, die ons bekleedt met gerechtigheid en ons leidt op het pad van het goede.



De Halacha, de Joodse wet, schrijft specifieke gebruiken voor op Simchat Torah die deze vreugde tot uitdrukking brengen. Het dansen met de Torah-rollen, de hakafot, is een centraal onderdeel van de viering.

De S
joelchan Aroech, Orach Chajiem 669:1, stelt:
"
מנהג פשוט לרקוד ולשמוח בשמחת תורה" –
"Het is een wijdverbreide gewoonte om te dansen en zich te verheugen op Simchat Torah".


Deze fysieke uiting van vreugde symboliseert onze innige verbondenheid met de Torah. Het is niet alleen een intellectuele studie, maar een levende, ademende relatie die ons hele wezen omvat.


Een ander belangrijk aspect van Simchat Tora
h is de voltooiing van de jaarlijkse cyclus van Torah-lezing en de onmiddellijke herstart ervan. We lezen het laatste gedeelte van Dewariem (Deuteronomium) en direct daarna het eerste gedeelte van Bereisjiet (Genesis). Dit symboliseert dat de Torah nooit eindigt; er is altijd meer te leren, meer te ontdekken.

Rabbi Akiva, een van de grootste Tannaï
em, leerde:
"
כל מי שאינו עוסק בתורה כאילו אינו עוסק בבריאת העולם" –
"Iedereen die zich niet met de Torah bezighoudt, is alsof hij zich niet met de Schepping van de wereld bezighoudt"
(Avot de Rabbi Nathan 23:1).



De Tora
h is de levensader van de wereld, en door haar te bestuderen, dragen wij bij aan het voortbestaan en de verheffing van de schepping.


De Midrasj Tanchoema, Parashat Bereisjiet 1, vertelt dat G’d de wereld schiep met de Torah als blauwdruk:
"
היה הקב"ה מביט בתורה ובורא את העולם" –
"De Heilige, gezegend zij Hij, keek in de Torah en schiep de wereld".

Dit onderstreept de fundamentele rol van de Tora
h in het bestaan zelf. Zonder Torah zou de wereld geen doel, geen richting hebben. Het is de Torah die orde schept uit chaos, die betekenis geeft aan het leven.


Laten we tijdens deze veiring van Simchat Torah de vreugde van de Thora omarmen met heel ons hart, met heel onze nesjomme en met al onze kracht. Laten we dansen met de Siefrei Torah – Torah-rollen, niet alleen met onze voeten, maar ook met onze harten.


Laten we ons opnieuw verbinden met de tijdloze CHOCHME – wijsheid die zij ons biedt en ons voornemen om haar het komende jaar met nog meer ijver en toewijding te bestuderen. Moge de Torah ons Licht, ons Leidraad zijn op ons pad, onze Gids in het leven, en moge zij ons altijd vervullen met simcha – vreugde en louter brooches.

Goed Jontef - Chag Sameach!


maandag 6 oktober 2025

#HET #RECHT #OP #EEN #SOLIDE #DAK #BOVEN #HET #HOOFD. #DROOSJE #VOOR #SOEKOT – #HET #LOOFHUTTENFEEST.



#HET #RECHT #OP #EEN #SOLIDE #DAK #BOVEN #HET #HOOFD.

#DROOSJE #VOOR #SOEKOT#HET #LOOFHUTTENFEEST.

#Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein®

Sjalom Chaweriem we Chawerot, Chag Sameach!

Tijdens dit Jom Tov Soekot, waarin wij de kwetsbaarheid van ons bestaan gedenken door te verblijven in een tijdelijke hut, de soekah, wil ik stilstaan bij een fundamenteel recht dat vaak over het hoofd wordt gezien: het recht op een solide dak boven het hoofd.

Dit recht is niet alleen een kwestie van materiële zekerheid, maar raakt aan de kern van menselijke waardigheid en welzijn, en vindt zijn weerklank in zowel seculiere wetgeving als in onze heilige teksten.

Het recht op huisvesting in Internationale verdragen en nationale wetgeving

Het recht op adequate huisvesting wordt breed erkend in internationale mensenrechteninstrumenten. Het meest prominente voorbeeld is artikel 11, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR), dat stelt: "De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het recht van een ieder op een adequate levensstandaard voor zichzelf en zijn gezin, met inbegrip van adequate voeding, kleding en huisvesting, en op voortdurende verbetering van zijn levensomstandigheden."

Dit verdrag, geratificeerd door vele landen, waaronder Nederland, legt een duidelijke verplichting op aan staten om dit recht te realiseren.

Het Comité voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (CESCR), dat toeziet op de implementatie van het IVESCR, heeft in zijn Algemene Opmerking nr. 4 (1991) over het recht op adequate huisvesting verder uitgewerkt wat "adequate huisvesting" inhoudt.

Het omvat onder meer rechtszekerheid van bewoning, beschikbaarheid van voorzieningen, betaalbaarheid, bewoonbaarheid, toegankelijkheid, locatie en culturele adequaatheid.

Een "solide dak boven het hoofd" is hierin een impliciete, maar cruciale component van bewoonbaarheid en veiligheid.

In de Nederlandse context is het recht op huisvesting niet expliciet als een afdwingbaar grondrecht opgenomen in de Grondwet, maar het wordt wel indirect beschermd en bevorderd door diverse wetten en beleidsmaatregelen. Artikel 22, lid 2, van de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden stelt: "Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid."


Gelet op de huidige woningnood, de schier eindeloze debatten en procedures inzake de stikstofregelgeving, etc. in ons land kan worden geteld dat de Nederlandse overheid haar wettelijke zorgplicht niet of nauwelijks naleeft. Dit kan wellicht worden gekwalificeerd als een onbehoorlijke vorm van openbaar bestuur.

Organisaties zoals de Vereniging Eigen Huis, de Woonbond en huurdersbelangenorganisaties stellen de problematieken van dakloze gezinnen en personen terecht geregeld aan de kaak.

Burgers – jong en oud – komen soms in uitzichtloze situaties terecht waardoor het mensenrecht op een fatsoenlijke woning en de mogelijkheid tot het vormen van een eigen gezinsleven al bedoeld in artikel 8 van het Europees Mensenrechtenverdrag – met voeten wordt getreden.

Hoewel dit een instructienorm is en geen direct afdwingbaar recht, vormt het de basis voor wetgeving zoals de Woningwet, die eisen stelt aan de kwaliteit en veiligheid van woningen.

De Woningwet en de daaruit voortvloeiende bouwbesluiten zorgen ervoor dat woningen moeten voldoen aan minimale eisen op het gebied van constructieve veiligheid, brandveiligheid en gezondheid, wat direct bijdraagt aan een "solide dak boven het hoofd".

Het recht op een solide dak in de Joodse bronnen

Ook in onze rijke Joodse traditie vinden we diepe wortels voor het belang van een veilige en stabiele woonomgeving. Hoewel de Torah niet expliciet spreekt over "het recht op huisvesting" in moderne zin, zijn er tal van geboden en principes die de zorg voor de kwetsbaren en het belang van een veilige leefomgeving benadrukken.

De Torah leert ons het belang van een veilige woonplek, zelfs in de context van de bouw van een huis. In Dewariem (Deuteronomium) 22:8 staat geschreven:

"כִּי תִבְנֶה בַּיִת חָדָשׁ וְעָשִׂיתָ מַעֲקֶה לְגַגֶּךָ וְלֹא תָשִׂים דָּמִים בְּבֵיתֶךָ כִּי יִפֹּל הַנֹּפֵל מִמֶּנּוּ."
(Kie tievneh bajiet chadasj ve'asita ma'akeh le'gaggecha velo tasiem damiem be'veitecha ki jippol ha'nofel miemennoe.)
"Wanneer gij een nieuw huis bouwt, zult gij een borstwering maken voor uw dak, opdat gij geen bloedschuld op uw huis laadt, wanneer iemand daarvan valt."

Dit gebod van ma'akeh (borstwering) is niet alleen een praktische veiligheidsmaatregel, maar symboliseert een diepere zorg voor het welzijn van de bewoners en bezoekers. Het dak, de meest blootgestelde en tegelijkertijd beschermende deel van het huis, moet veilig zijn. Een solide dak is hierin een voorwaarde voor veiligheid.

De Talmoed breidt dit principe verder uit. De Misjna in Bava Kama 3:4 bespreekt de verantwoordelijkheid van de huiseigenaar voor schade die voortkomt uit gebreken aan zijn eigendom, inclusief een onveilig dak. Dit onderstreept de halachische verplichting om een veilige woonomgeving te garanderen.

De grote halachische autoriteiten hebben deze principes verder gecodificeerd. Rambam (Maimonides), in zijn Misjne Torah, Hilchot Rotseach oe'Shmirat Nefesj 11:1-2, stelt dat het gebod van ma'akeh niet alleen van toepassing is op daken, maar op elke gevaarlijke plek in huis, zoals een put of een trap.

Hij benadrukt dat men alle mogelijke gevaren moet verwijderen om levens te beschermen. Een instortend dak is ongetwijfeld een vorm van een levensgevaar.

De Sjoelchan Aroech, de standaardcode van de Joodse wet, herhaalt en versterkt deze verplichtingen. In Chosjen Misjpat 427:1 staat geschreven:
"חייב אדם להסיר כל מכשול מביתו, כגון בורות וסולמות רעועים, וכן גג שאינו יציב."
(Chayav adam lehasir kol michsjol miebeito, kegon borot vesoelamot re'oeim, vechen gag she'eino yatziv.)
"Een persoon is verplicht elk struikelblok uit zijn huis te verwijderen, zoals putten en wankele ladders, en evenzo een dak dat niet stabiel is."

De Taz (Toerei Zahav) en de Schach (Siftei Kohen), zijn belangrijke commentatoren op de Sjoelchan Aroech, bevestigen en verfijnen deze interpretatie, waarbij zij de nadruk leggen op de proactieve verantwoordelijkheid van de huiseigenaar om gevaren te voorkomen.

Deze halachische bepalingen, die de veiligheid en stabiliteit van het huis benadrukken, kunnen worden gezien als een religieuze onderbouwing voor het seculiere recht op een solide dak boven het hoofd.

Ze herinneren ons eraan dat het bieden van een veilige en adequate woonplek niet alleen een maatschappelijke plicht is, maar ook een goddelijke opdracht.

Resumé

Tijdens Soekot, gezeten in onze kwetsbare loveren hut, wanneer wij de tijdelijkheid van onze aardse verblijfplaats ervaren, worden wij des te meer bewust van de waarde van een veilige en solide woning.

Het recht op een solide dak boven het hoofd is een universeel principe, verankerd in internationale mensenrechtenverdragen en nationale wetgeving, en diep geworteld in de Joodse traditie.

Het is een recht dat ons oproept tot gastvrijheid, rachmones – medemenselijkheid, verantwoordelijkheid en de voortdurende inspanning om een wereld te creëren waarin iedereen een veilige en waardige plek heeft om te wonen.

Laat ons dawwenen, wensen en hopen voor de spoedige terugkeer van de gijzelaars in de onderaardse spelonken naar onder één dak met hun geliefden in de Medienat Jisraeel, resjiet ge'oelateenoe.

Moge Jom Tov Soekot ons inspireren om deze waarden in praktijk te brengen. Be Ezrat Hasjem, Deo volente.

Chag Sameach!

dinsdag 30 september 2025

HOOP VOOR OVERMORGEN: DIE GROOT SEE VAN VERSOENING, DROOSJE VOOR JOM KIPPOER

 


Hoop voor overmorgen.
Droosje voor Jom Kippoer

Door: Rabbijn Simon Bornstein®


Sjalom Chaweriem en Chawerot!


Terwijl de zon langzaam ondergaat en de schaduwen langer worden, naderen we het meest heilige moment van het jaar: Jom Kippoer, de Dag der Verzoening. Een dag van diepe introspectie, van rekenschap afleggen, en van een oprechte wens tot terugkeer naar onze Schepper. In deze heilige uren, waarin hemel en aarde elkaar lijken te raken, staan we stil bij onze daden, onze gedachten, en de weg die we hebben afgelegd. Maar Jom Kippoer is meer dan alleen een terugblik; het is bovenal een dag van hoop. Hoop voor overmorgen.



De Torah leert ons: "Want op deze dag zal verzoening voor u gedaan worden, om u te reinigen; van al uw zonden zult u rein zijn voor de Eeuwige." (Wajikra 16:30-32). Dit vers is de kern van Jom Kippoer. Het belooft ons niet alleen vergeving, maar ook reiniging. Het is een goddelijke garantie dat, hoe ver we ook zijn afgedwaald, er altijd een weg terug is.


De Talmoed benadrukt dit door te stellen: "Groot is de Tesjoevah (terugkeer), want zij brengt genezing in de wereld." (Joma 86a) Tesjoevah is niet slechts een ritueel; het is een transformatief proces dat ons in staat stelt om opnieuw te beginnen, om onszelf te vernieuwen en om onze relatie met G'd en met onze medemens te herstellen.


De Halacha, de Joodse wet, geeft ons de praktische richtlijnen voor deze dag. We vasten, we dawwenen, we onthouden ons van materiële genoegens, alles om onze ziel te verheffen boven het aardse en ons te concentreren op het spirituele. Maar het vasten is geen doel op zich; het is een middel. De profeet Jesaja zegt: "Is dit niet het vasten dat Ik verkies: de boeien van het onrecht losmaken, de banden van het juk ontbinden, de verdrukten vrijlaten en elk juk breken?" (Jesaja 58:6)


Dit leert ons dat ware Tesjoevah niet alleen tussen ons en Hasjem plaatsvindt, maar ook tussen ons en onze medemens. Verzoening met G'd is onvolledig zonder verzoening met degenen die we misschien hebben gekwetst. De Misjna stelt duidelijk: "Voor zonden tussen een mens en G'd, verzoent Jom Kippoer. Voor zonden tussen een mens en zijn naaste, verzoent Jom Kippoer niet, totdat hij zijn naaste tevreden heeft gesteld." (Joma 8:9). Dit is een krachtige herinnering aan onze verantwoordelijkheid jegens elkaar.


In deze tijd van onzekerheid en uitdagingen, zowel op persoonlijk als op mondiaal niveau, is de boodschap van hoop relevanter dan ooit. De wereld om ons heen is in constante beweging, en soms voelen we ons overweldigd door de complexiteit en de moeilijkheden. Maar Jom Kippoer herinnert ons eraan dat we de kracht hebben om te veranderen, om te groeien en om een betere toekomst te creëren. Het is een dag waarop we de kans krijgen om onze fouten te erkennen, ervan te leren en ons te committeren aan een pad van rechtvaardigheid en mededogen.


De Talmoed vertelt ons het verhaal van Rabbi Akiva, die op hoge leeftijd begon met studeren en uiteindelijk een van de grootste geleerden van zijn tijd werd. Zijn leven is een bewijs dat het nooit te laat is om te beginnen, om te leren, om te groeien. "Als je een oudere man ziet die zegt: 'Ik heb geen kracht meer om te studeren,' zeg dan: 'Je hebt de kracht om te studeren!'" (Avot de Rabbi Nathan 06:02). Dit principe geldt ook voor Tesjoevah. Het is nooit te laat om terug te keren, om te verbeteren, om hoop te koesteren voor overmorgen.



Laten we deze Jom Kippoer gebruiken om niet alleen te reflecteren op het verleden, maar ook om onze blik te richten op de toekomst. Laten we bidden voor een jaar van vriendschap, gezondheid en voorspoed. Laten we ons voornemen om meer liefde, meer begrip en meer vriendelijkheid in de wereld te brengen. Moge onze gebeden worden aanvaard, moge onze Tesjoevah oprecht zijn, en moge Hasjem ons allen zegenen met een goed en zoet jaar.


Gmar Chatima Tova.


maandag 22 september 2025

#HOOP #VOOR #MORGEN: #DROOSJE #VOOR #ROSJ #HASJANA - #JOODS #NIEUWJAAR


Sjalom Chaweriem en Chawerot!

Met het aanbreken van Rosj Hasjana, het Hoofd van het Jaar, staan we op de drempel van een nieuw begin. De sjofar klinkt, een oproep tot introspectie en vernieuwing. Het is een tijd van tesjoeva, van terugkeer, niet alleen naar God, maar ook naar onze diepste zelf.

De titel van onze droosje van vandaag, "Hoop voor morgen - een nieuw jaar", omvat de essentie van deze heilige dagen.

Rosj Hasjana is niet slechts een herdenking van de schepping van de wereld, maar ook een moment waarop we onze eigen schepping, onze eigen potentie, opnieuw kunnen vormgeven.

De Schepping en het nieuwe begin

De Misjna in Rosj Hasjana 1:1 stelt dat op Rosj Hasjana de wereld werd geschapen. Dit is meer dan een historische notitie; het is een theologische verklaring die de diepe betekenis van deze dag onderstreept.

Zoals de wereld uit het niets werd geschapen, zo hebben ook wij de mogelijkheid om onszelf opnieuw te creëren, om onze fouten uit het verleden achter ons te laten en met een schone lei te beginnen.

De Talmoed in Rosj Hasjana 10b vermeldt dat Rabbi Eliëzer leert dat in de maand Tisjrei de wereld werd geschapen, en in Tisjrei de aartsvaders werden geboren en stierven. Dit benadrukt de cyclische aard van het Joodse jaar en de constante mogelijkheid tot vernieuwing.

Tesjoeva: de weg naar hoop

De kern van Rosj Hasjana is tesjoeva. Maimonides, in zijn Hilchot Tesjoeva, legt uit dat tesjoeva niet alleen berouw over het verleden is, maar ook een vaste beslissing om in de toekomst niet meer te zondigen.

Het is een proces van transformatie, waarbij we onze daden, gedachten en woorden onder de loep nemen. De profeet Jesaja roept ons op: "Zoek de Eeuwige, terwijl Hij Zich laat vinden; roep Hem aan, terwijl Hij nabij is.

Laat de goddeloze zijn weg verlaten, en de man van ongerechtigheid zijn gedachten; en laat hij terugkeren tot de Eeuwige, en Hij zal zich over hem ontfermen; en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig." (Jesaja 55:6-7)

Dit is de belofte van hoop die Rosj Hasjana ons biedt: ongeacht onze fouten, er is altijd een weg terug, een mogelijkheid tot vergeving en een nieuw begin.

De sjofar: een oproep tot ontwaken

Het geluid van de sjofar is een centraal element van Rosj Hasjana. De Talmoed in Rosj Hasjana 16a stelt dat het blazen van de sjofar dient om de mensen wakker te schudden uit hun geestelijke slaap.

Maimonides verwoordt dit prachtig in zijn Hilchot Tesjoeva 3:4: "Hoewel het blazen van de sjofar op Rosj Hasjana een decreet van de Tora is, zit er een diepe betekenis in: 'Ontwaak, slapers, uit jullie slaap, en overdenk jullie daden; herinner jullie Schepper en keer terug tot Hem in tesjoeva.'"

De sjofar is een universele oproep, die ons herinnert aan onze verantwoordelijkheid en ons aanspoort tot actie. Het is een geluid van hoop, dat ons verzekert dat het nooit te laat is om te veranderen.

Gebed en zelfreflectie

Op Rosj Hasjana bidden we voor een goed en zoet jaar. De gebeden van de Machzor zijn doordrenkt van smeekbeden voor leven, gezondheid en welvaart. Maar het is niet alleen een kwestie van vragen; het is ook een tijd van zelfreflectie.

Het Oenetanetokef gebed, dat traditioneel op Rosj Hasjana en Jom Kippoer wordt gereciteerd, herinnert ons aan de ernst van deze dagen: "Op Rosj Hasjana wordt het geschreven, en op Jom Kippoer wordt het bezegeld: wie zal leven en wie zal sterven…"

Dit is geen fatalistische boodschap, maar een oproep tot het waarderen van het leven en het benutten van elke dag. Het is een herinnering dat onze daden van vandaag onze toekomst bepalen.

Hoop voor morgen

De hoop voor morgen is geworteld in de overtuiging dat God barmhartig is en dat Hij ons de kracht geeft om te veranderen.

De Talmoed in Joma 86a leert dat tesjoeva zo krachtig is dat het opzettelijke zonden kan veranderen in verdiensten. Dit is een buitengewone gedachte die de diepte van Gods genade toont.

Rosj Hasjana is de dag waarop we deze genade kunnen omarmen en een nieuw hoofdstuk in ons leven kunnen beginnen. Laten we deze dagen benutten om onze relatie met Hasjem, met onze medemens en met onszelf te verdiepen.

Mogen we allen worden ingeschreven in het Boek van het Leven voor een goed en zoet jaar.

Sjana Tova Oemetoeka!



woensdag 10 september 2025

BESTAANSZEKERHEID VAN JONGEREN ONDER DRUK


Op 12 juni 2025 vond het Stadsgesprek plaats met als centraal thema de bestaanszekerheid van jongeren. Dit evenement, georganiseerd om aandacht te vragen voor de groeiende problematiek van armoede, schulden en onveilige thuissituaties onder jongeren in de stad, benadrukte de noodzaak van vroegtijdige en betrokken ondersteuning die aansluit bij hun leefwereld. Het gesprek bracht diverse experts en belanghebbenden samen om oplossingen te bespreken en de urgentie van de situatie te onderstrepen

De bijeenkomst werd ingeleid door Aisa Amagir, directeur-bestuurder van Kenniscentrum Ongelijkheid. Zij schetste een beeld van de huidige situatie, waarbij ondanks de vele kansen die de stad biedt, een aanzienlijke groep jongeren worstelt met fundamentele bestaansonzekerheden. Amagir benadrukte dat deze problemen niet alleen individuele jongeren treffen, maar ook bredere maatschappelijke gevolgen hebben, zoals verminderde participatie en een toename van sociale ongelijkheid.[2] Haar inleiding legde de basis voor een diepgaand gesprek over de oorzaken en mogelijke interventies.

Na de inleiding volgde een discussie met Wendy Wesseling, ontwikkelingspsycholoog en onderzoeker aan de Hogeschool van Amsterdam. Wesseling deelde inzichten vanuit haar onderzoek naar de psychologische impact van armoede en onzekerheid op de ontwikkeling van jongeren. Ze belichtte hoe stress, onveiligheid en gebrek aan perspectief de cognitieve en emotionele ontwikkeling kunnen belemmeren, wat leidt tot langdurige gevolgen voor hun welzijn en toekomstperspectieven.

Haar bijdrage onderstreepte het belang van een holistische benadering die niet alleen financiële problemen aanpakt, maar ook aandacht heeft voor de mentale gezondheid van jongeren.

Ook Jolanda Oudshoorn, portefeuillehouder bestaanszekerheid bij Jeugdbescherming Regio Amsterdam, nam deel aan het gesprek. Oudshoorn bracht de praktijkervaringen van Jeugdbescherming in, waarbij zij de complexiteit van de problematiek en de uitdagingen bij het bieden van effectieve ondersteuning uiteenzette. Ze benadrukte de noodzaak van een integrale aanpak waarbij verschillende instanties samenwerken om jongeren en hun gezinnen te ondersteunen. Oudshoorn pleitte voor een vroegtijdige signalering en interventie, waarbij de leefwereld van de jongere centraal staat en er ruimte is voor maatwerkoplossingen.

Tijdens het Stadsgesprek kwamen diverse knelpunten en mogelijke oplossingen aan bod. Er werd gesproken over de rol van onderwijs, gemeentelijke diensten, jeugdzorg en maatschappelijke organisaties in het creëren van een vangnet voor kwetsbare jongeren. De consensus was dat een gecoördineerde en preventieve aanpak essentieel is om de bestaanszekerheid van jongeren te verbeteren. Dit omvat niet alleen financiële hulp, maar ook psychosociale ondersteuning, huisvesting en toegang tot onderwijs en werk. De deelnemers benadrukten de noodzaak van investeringen in jeugdbeleid en het versterken van de samenwerking tussen alle betrokken partijen. Het Stadsgesprek van 12 juni 2025 heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het agenderen van dit cruciale maatschappelijke vraagstuk en het stimuleren van concrete acties om de bestaanszekerheid van jongeren te waarborgen.

ROL VAN DE RABBIJN

De rol van een geestelijk verzorger, met name een rabbijn, bij de bestaanszekerheid van jongeren, en dan specifiek studenten, in relatie tot schulden is veelzijdig en cruciaal. Geestelijke verzorging richt zich op de existentiële, spirituele en ethische aspecten van het leven, die vaak onder druk komen te staan bij financiële problemen zoals schulden. Voor jongeren, en in het bijzonder studenten, die zich in een vormende levensfase bevinden, kunnen schulden niet alleen materiële gevolgen hebben, maar ook leiden tot stress, angst, isolement en een gevoel van falen, wat hun algehele welzijn en toekomstperspectieven beïnvloedt.

De geestelijk verzorger, in dit geval een rabbijn, kan een belangrijke rol spelen in het bieden van emotionele en spirituele ondersteuning. Dit omvat het luisteren naar de zorgen van studenten zonder oordeel, het bieden van een veilige ruimte voor reflectie en het helpen bij het vinden van innerlijke kracht en veerkracht. Vanuit een Joods perspectief is er een sterke nadruk op tzedakah (gerechtigheid/liefdadigheid) en chesed (liefdevolle vriendelijkheid), wat de rabbijn motiveert om actief bij te dragen aan het welzijn van de gemeenschap, inclusief degenen die met financiële moeilijkheden kampen. De rabbijn kan studenten helpen omgaan met schaamte en stigma die vaak gepaard gaan met schulden, en hen eraan herinneren dat hun waarde niet afhangt van hun financiële situatie. Dit kan door middel van individuele gesprekken, maar ook door het organiseren van groepsbijeenkomsten waar studenten ervaringen kunnen delen en steun bij elkaar kunnen vinden.

Daarnaast kan de rabbijn een brugfunctie vervullen naar professionele hulpverlening. Hoewel een geestelijk verzorger geen financieel adviseur is, kan hij of zij studenten wel doorverwijzen naar schuldhulpverleningsinstanties, budgetcoaches of maatschappelijk werkers. De rabbijn kan fungeren als een eerste aanspreekpunt, waarbij de drempel om hulp te zoeken verlaagd wordt. Dit is vooral belangrijk voor studenten die mogelijk niet weten waar ze terechtkunnen of die aarzelen om hulp te vragen. De rabbijn kan ook pleiten voor beleidsveranderingen binnen onderwijsinstellingen of gemeenten om de bestaanszekerheid van studenten te verbeteren, bijvoorbeeld door te wijzen op de noodzaak van betaalbare huisvesting of toegankelijke financiële ondersteuning.

Een ander aspect is de educatieve rol. De rabbijn kan, vanuit religieuze en ethische teksten, lessen aanbieden over verantwoord omgaan met geld, het belang van sparen en het vermijden van onnodige schulden. De Joodse traditie kent diverse principes en wetten die betrekking hebben op financiële ethiek, zoals het verbod op ribbit (woekerrente) en de nadruk op eerlijkheid in handel en financiën. Deze lessen kunnen studenten helpen om een gezonde financiële mindset te ontwikkelen en preventief te handelen om schulden te voorkomen. Dit kan gebeuren in de vorm van workshops, lezingen of informele gesprekken binnen het studentenpastoraat. Het doel is niet alleen om acute problemen aan te pakken, maar ook om studenten te equiperen met vaardigheden voor de lange termijn.

Tot slot speelt de rabbijn een rol in het bevorderen van gemeenschapszin en solidariteit. Binnen het studentenpastoraat kan een gemeenschap worden gecreëerd waar studenten zich gesteund voelen en waar onderlinge hulp en begrip centraal staan. Dit kan variëren van het organiseren van gezamenlijke maaltijden tot het opzetten van een noodfonds voor studenten in acute financiële nood. Het gevoel deel uit te maken van een ondersteunende gemeenschap kan de psychologische last van schulden aanzienlijk verminderen en bijdragen aan een gevoel van hoop en perspectief. De aanwezigheid van een rabbijn in het studentenpastoraat biedt een unieke combinatie van spirituele diepgang, ethische begeleiding en praktische ondersteuning, essentieel voor de bestaanszekerheid van jongeren in een complexe financiële wereld.

#VERHEUG JE OVER DE #TORAH – #ONZE #LEVENSBOOM! #DROOSJE VOOR #SIMCHAT #TORAH 2025.

#VERHEUG JE OVER DE #TORAH – #ONZE #LEVENSBOOM! #DROOSJE VOOR #SIMCHAT #TORAH 2025. #Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein® Sjalom Chawerie...