Rausjesjone Droosje
Door: Rabbijn Simon Bornstein
Sjono Tauwo OeMetoeko! Git
Sjabbos!
Vanavond vieren wij in de
Alkmaarse Synagoge RAUSJESJONO met
een feestelijke eredienst. Wij wensen Ngom Jisro'eil en al onze aardbewoners een
zoet en gezond nieuw jaar!
Rausjosjono is het achtste
tractaat van de Misjno, in de Seider Maungeid, de Orde der Feestdagen. Misjno
Rausjesjono bevat de meeste regels omtrent de Joodse kalender en de
vaststelling van de nieuwe maand, Rausj Chaudeisj door de Nasi of een Ngow Beis
Dien, de voorzitter van een rabbinaal gerechtshof. Verder vinden we in deze
Misjno de regels aangaande de vorm, productie en het gebruik van de Sjaufar, de
Ramshoorn.
Volgens onze geleerden telt de
Joodse kalender niet één maar liefst vier maal een nieuwjaarsviering.
Eerstens de dag waarop de nieuwe kalendercyclus wordt geopend, tweedens Pesach, Sjwoenges en Soekaus. Het betreft goeddeels een agrarische kalender: de uittocht uit Egypte en in Eretz Jisroeil de aanvang van de graanoogst, het binnen halen van het vee en we kennen het nieuwjaarsfeest der bomen, dat niet op de eerste van een maand wordt gevierd, maar op de vijftiende dag van de maand Sjewot.
Eerstens de dag waarop de nieuwe kalendercyclus wordt geopend, tweedens Pesach, Sjwoenges en Soekaus. Het betreft goeddeels een agrarische kalender: de uittocht uit Egypte en in Eretz Jisroeil de aanvang van de graanoogst, het binnen halen van het vee en we kennen het nieuwjaarsfeest der bomen, dat niet op de eerste van een maand wordt gevierd, maar op de vijftiende dag van de maand Sjewot.
Een Nieuwe Maan wordt in de
Misjno aangekondigd door de voorzitter van het grote Rabbinale Parlement in de
Beis Homiekdosj in Jeroesjolojiem. Om deze eerste dag van de nieuwe maand vast
te stellen, zijn traditioneel twee ngeidiem, getuigen nodig die ieder in hun
eigen woonplaats de vol gewassen maan waargenomen moeten hebben. Het kan daarom
gebeuren dat de vaststelling dor het Sanhedrien in Jeroesjolojiem de maansdag
eerst dagen later vaststelt.
Vanuit hun woonplaatsen in
Jirso’eil begeven zich de ngeidiem naar Jeroesjolojiem. Normaal gesproken mogen
een vader en een zoon niet in een zelfde casus getuigen voor een Beis Dien[1] In
het geval dat zij beiden getuigen omtrent hun waarneming van een volle maan
voor het Sanhedrien, is dit volgens de geleerden echter bij uitzondering wel
toegestaan.
Gamliël had de gewoonte om van Jeroesjolojiem veertig boodschappers uit te sturen naar alle hoeken van Eretz Jirsro’eil om de nieuwe maand officieel aan te kondigen. Deze boodschappers was het toegestaan om zelfs op Sjabbes Kaudeisj te reizen om hun boodschap uit te kunnen dragen.
Gamliël had de gewoonte om van Jeroesjolojiem veertig boodschappers uit te sturen naar alle hoeken van Eretz Jirsro’eil om de nieuwe maand officieel aan te kondigen. Deze boodschappers was het toegestaan om zelfs op Sjabbes Kaudeisj te reizen om hun boodschap uit te kunnen dragen.
Volgens de Tausefto 15 2.1 werd
het nieuws omtrent de vaststelling van een nieuwe maand buiten het Heilige land
zelfs verspreid door grote vuren op de toppen van bergketens te ontsteken,
zodat zelfs de kehillaus in Babylonië spoedig geïnformeerd werden.
Rausjesjono is bij de semieten de
opening van het economische jaar. De Joodse kalender volgt de seizoenen van
zaaien, groei en oogsten van het graan. De Perzen en de klassieke Grieken
volgden een andere kalender. Hun jaartellingen vingen jaarlijks aan in het
voorjaar en niet in het najaar. De Joodse indeling van de kalender is sedert de
zevende eeuw voor de gewone jaartelling in gebruik. Zij werd onder Josjioh
Homelech ingesteld.
De periode voorafgaand aan
Rausjosjono is een periode van bezinning en introspectie. We bieden onze
verontschuldigingen aan aan alle ons bekende en geliefde personen voor dingen
die we verkeerd gezegd of gedaan hebben, voor het geven van te weinig hulp of
het hebben van te weinig begrip. Wij vragen daarbij de medemens van persoon tot
persoon om vergeving.
Indien deze niet gegeven wordt, kunnen we nog twee maal om vergeving vragen. Wanner de gevraagde persoon geen vergiffenis schenkt, dan geldt deze volgens de halloche als een zondaar. Op Rausjosjono kunnen we voor een ad hoc rechtbank van drie Joodse mannen, bijvoorkeur in aanwezigheid van de rabbijn, vragen om kwijtschelding van alle geloften en beloften die wij in het voorbije jaar aan andere Joden deden.
Indien deze niet gegeven wordt, kunnen we nog twee maal om vergeving vragen. Wanner de gevraagde persoon geen vergiffenis schenkt, dan geldt deze volgens de halloche als een zondaar. Op Rausjosjono kunnen we voor een ad hoc rechtbank van drie Joodse mannen, bijvoorkeur in aanwezigheid van de rabbijn, vragen om kwijtschelding van alle geloften en beloften die wij in het voorbije jaar aan andere Joden deden.
De Sjaufar mag volgens de Misjno niet worden vervaardigd uit
een runderhoorn, louter ramshoornen komen hiervoor in aanmerking, zulks ter
herinnering aan de ram die in het struikgewas vast zat ter vervanging van
Jitschok ten tijde van de Akeido.
De Sjaufar roept tijdens het
blazen gedurende de gehele maand Elloel op tot introspectie en wordt geblazen
gedurende het sjacheries, ochtend gebed. Behoudens Sjabbes, op Jontef worden
honderd tonen geblazen, tekieang gedole, sjeworiem, teroe’o, tekieang, tekieang
gedole!
Sjejiebonei Beis Homiekdosj Bemheiro Bejomeinoe,
Chag Rausjesjono Someiach,
nog vele jaren bij gezond!