Door: Rabbijn Simon Bornstein
Is de naam van het Talmoed-tractaat, dat spreekt over
de grenzen die Joden in acht nemen ten aanzien van de Sjabbes (rustdag, vrijdagavond en zaterdag).
Een ngeiroev (voluit: ngeiroev
chatseraus) is een omheining of muur rond een gebied waarbinnen tijdens de
Sjabbes goederen vervoerd mogen worden.
Tegenwoordig wordt de ngeiroev
symbolisch uitgevoerd. Het is een draad die op ongeveer zes meter hoog rond een
bepaald gebied gespannen wordt. Joden mogen op de Sjabbes buiten hun woning
slechts een beperkt aantal passen bewegen en niets, behalve eigen kleding,
dragen, ook geen kinderwagen.
De ngeiroev biedt de mogelijkheid
van een symbolische omheining waarbinnen Joden ondanks de Sjabbes goederen
mogen vervoeren tijdens de rustdag. Binnen de ngeiroev kan niet ieder object
worden getransporteerd.
Die objecten die op de Sjabbes
niet worden gebruikt, zijn verboden om op de rustdag aan te worden geraakt. Zo
is het verboden om op zaterdag te schrijven. Schrijfwaren kunnen dus niet
worden verplaatst.
Voor Joden is de ngeiroev vaak
een belangrijke voorziening die mede bepalend is voor de woonplaats die wordt
gekozen. Veel Joden verkiezen het in Amsterdam te wonen, omdat daar een ngeiroev
bestaat. Zonder ngeiroev kan een moeder niet met een kinderwagen over straat en
gedurende de Sjabbes de woning niet verlaten.
Volgens sommige geleerden kan men
een huissleutel wel meedragen op Sjabbes, wanneer deze onderdeel is van een
sierraad, van een broekriem of gordel.
De hilchaus ngeiroevien
reguleren het verplaatsen of transporteren van objecten van één plaats naar een
andere plaats gedurende de Sjabbes. De halloche
(Joods-religieuze wetgeving) onderscheidt diverse plaatsen (resjoejaus).
Eerstens een privaat domein (resjoes hejochied)
waaronder huizen, appartementen, gesloten ruimten of terreinen ressorteren.
Tweedens worden ruimtes en terreinen in het publiek domein (resjoes herabbiem)
onderscheiden. Daartoe behoren straten, pleinen, gangen, stegen, snelwegen,
etc. die publiek eigendom zijn.
Ten derde zijn er plaatsen die niet duidelijk als
resjoes hejochied of resjoes herabbiem kunnen worden gedefinieerd. Dit zijn
niet omheinde plaatsen zoals velden, weiden, straathoeken, enz. Deze plaatsen
lijken soms de kenmerken van beide eerste categorieën te hebben. Deze noemen we
karmelies.
Volgens de meeste rabbinale geleerden is de uitleg van
Exodus 16:29 zo dat het verboden is om tijdens de Sjabbes objecten te verplaatsen van
het private besloten domein naar een domein dat publiek eigendom is. Evenzo is
het verboden om objecten te vervoeren op een afstand van meer dan vier ellen
binnen een open ruimte.
De enige ruimte waarin het vrij is om dingen vrijelijk
te verwijderen, is een besloten privaat terrein welke het eigendom is van een
individu.
Om de nadelige gevolgen van de halloche te
compenseren, werd de ngeiroev geïntroduceerd, die bij wijze van spreken een
open ruimte in een gesloten ruimte omsloot. Als een ruimte niet volledig is
ingesloten, wordt de vereniging van de behuizing onder bepaalde omstandigheden
bewerkstelligd door een enkele staaf of draad die over de open delen wordt
geplaatst, of door een paal die aan een van de zijden van het open gedeelte
wordt geplaatst.
Een dergelijk construct kan worden opgemerkt in
sommige oude steden en dorpen waar zich een Joodse gemeente bevindt, aan het
einde van de straten die uit de plaats leiden, zulks heet een ngeiroev.
Ngeiroev chatseraus (gecombineerde hofjes) de hoven,
die in de regel worden omringd door huizen of andere gebouwen, voldoen dus aan
één voorwaarde van resjoes hejochies, aangezien ze een besloten ruimte vormen;
maar omdat ze niet het eigendom zijn van één individu, vormen deze hofjes
tevens een soort van openbaar bezit, en dus zou het verwijderen van objecten
binnen deze hofjes op de Sjabbes verboden zijn.
Om te voldoen aan de tweede voorwaarde, namelijk het
eigendom van één persoon te zijn, combineren en vormen de bewoners een unie,
waarbij elk lid iets bijdraagt aan een maaltijd en het in een ruimte plaatst
die voor iedereen toegankelijk is. Ze vormen dus één familie en het hofje
krijgt opnieuw de juridische status van resjoes hejochied.
De bijdragen van de bewoners worden ngeiroevei chatseraus genoemd. Op
dezelfde manier kan een straat met al zijn hoven in resjoes hejochied veranderd
worden, en de term ngeroevei chatseraus wordt dan veranderd in sjietoefei mebongaus (combinatie van de
hofjes en huizen in één straat). Deze godsdienstige regels zijn uitsluitend van
toepassing op mensen die Jood of Jodin zijn conform de halloche en leden van
hun huishoudens.[i]
Sedert het ontvangen van de Tauro op de berg Sinaaj wordt een ngeiroev
gevormd door de omheining of omwalling van een stad. Stadsmuren functioneren
als ngeiroev, waardoor er in de stad geen religieus draagverbod op de Sjabbes
van toepassing is.
Daar waar een omwalling ontbreekt, gelden de muren van
het woonhuis, boerenhofstede, hofje of erf als ngeiroev. Eind negentiende eeuw
werden stadswallen en forten in heel Nederland – ook in Alkmaar - nog aangelegd in het kader van de Wet tot Regeling en Voltooiing van het Vestingstelsel van 18 april 1847.
Als gevolg
van de afschaffing van de Vestingwet op 28 maart 1938 werden in heel Nederland stadswallen ontmanteld. Deze klassieke ngeiroevien werden door
sommige lokale rabbinaten vervangen door een nieuwe bouwconstructie.
Zo kunnen onder voorwaarden complete straten worden
omgevormd tot een gebied met een ngeiroev door tussen de gevels van de huizen
een draad te spannen of een stang of houten lat te plaatsen welke dan juridisch
geldt als een tsoeras hepetach poort,
onderdeel van de omheining in de juridische zin.
Er kan een eindeloze reeks
poorten naast elkaar worden gebouwd, die samen een ngeiroev vormen. Moderne
ngeiroevien bestaan uit een draad die over een reeks palen rond een gebied,
stad of buurt worden aangebracht.
Voor de Sjoah bestonden er ngeiroevien in Den Helder
en Amsterdam. Spreker onderzoekt nu of het theoretisch mogelijk is om in Alkmaar een ngeiroev
in te stellen.
·
[i] Maimonides,
Seifer Jad Hechezoke, Sjabbes, 13 en volgende.
·
Maimonides, Seifer Jad Hechezoke, Ngeiroevien
·
Maimonides, Seifer Jad Hechezoke Jaum Tauv, 5-7
·
Sjoelchen Ngaureich, Ngaurech Chojiem, 344-346, 407-409, 526-528