Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein, #Geestelijk #Verzorger
Studenten met ouders die niet- of laag geschoold zijn,
verdienen extra steun om tot volledige bloei te kunnen komen tijdens hun
opleiding. Boven op de reguliere steun welke beschikbaar is op het MBO of HBO,
dienen extra steunmaatregelen in het leven geroepen te worden daar waar deze
thans ontbreken.
Een logisch opgebouwde #tekst voor een presentatie, verslag of paper schrijven is voor MBO studenten die naar een HBO opleiding gaan vaak moeilijk, ze hebben het in het MBO niet geleerd. MBO studenten hebben het nadeel minder ‘theoretisch’ geschoold te zijn dan VWO’ers of Havisten.
MBO
studenten hebben daarentegen een ruime voorsprong in de beroepspraktijk omdat
zij in het MBO stages hebben gelopen of reeds in hun branche betaald werk
hebben verricht.
In ongeletterde gezinnen worden kinderen dikwijls nooit voorgelezen. Voorlezen door ouders is een belangrijke stimulans voor kleinen kinderen om hun woordenschat van kindsbeen op te kunnen bouwen. Om een voldoende aanwending van de Nederlandse grammatica aan te leren.
Doorleren na
een MBO opleiding wordt door ouders in veel gevallen niet gestimuleerd,
waardoor ouders het kind niet faciliteren in de optimale ontwikkeling van de
eigen autonomie en talenten.
Studenten met hoogopgeleide ouders arriveren circa 1,5 maal vaker in het hoger- en wetenschappelijk onderwijs dan jongeren met onvoldoende geletterde ouders.
Het opleidingsniveau van ouders kan voor docenten een belangrijke
indicator zijn voor het mogelijke studiesucces van een scholier of student.
Veel onderwijsinstellingen zien het thema ongeletterde ouders nog steeds als
een taboeonderwerp, waarover gezwegen wordt. Beleidsontwikkeling blijft te vaak
uit.
Scholen willen geen groepen stigmatiseren. Daarvoor zijn zij
huiverig. De zogeheten eerste generatiestudenten hebben echter grote behoefte
aan extra ondersteuning om gelijke kansen op het behalen van een
startkwalificatie in het hoger- en wetenschappelijk onderwijs te realiseren. In
het bijzonder studenten met een migratieachtergrond vallen in het hoger- en
wetenschappelijk onderwijs uit, door gebrek aan betrokkenheid en stimulans
vanuit de ouders enerzijds en gebrek aan op maat aangeboden steunmaatregelen
door de onderwijsinstellingen anderzijds.
Uitval door jongeren met een migratieachtergrond wordt
meestal veroorzaakt doordat zij de eersten in hun omgeving zijn die doorstromen
naar het hoger- of wetenschappelijk onderwijs. Culturele en godsdienstige
achtergronden zijn nadrukkelijk van minder belang als het gaat om schooluitval.
Eerste generatiestudenten moeten systematisch begeleid worden
in de oriëntatie op hun eigen achtergronden om te ontdekken welke competenties
zij reeds beschikbaar hebben, welke zij vanuit huis hebben meegekregen. De
ontwikkeling van lotgenotengroepen binnen onderwijsinstellingen is zeer
wenselijk.
Door elkaars biografieën te kunnen vergelijken ontstaat
herkenning en erkenning. Deelnemers aan dergelijke samensterkgroepen kunnen
elkaar krachtig faciliteren in hun persoonlijke ontwikkeling. Bij de groei naar
een eigen identiteit als volwassen en capabele jonge burger.
Eerstegeneratiestudenten hebben nadrukkelijk baat bij
maatjesprojecten, buddyprojecten met een oudere jaars student(e), een vaste
docent die hen in hun persoonlijke groei begeleid en als aanspreekpunt binnen
een opleiding kan functioneren.
Vertrouwen is een sleutelwoord. Onderwijsinstellingen moeten
duidelijk hun vertrouwen uitspreken en herhaaldelijk uiten omtrent de
competenties van hun studentenpopulatie. Het professioneel leren omgaan met het
geven en ontvangen van feedback is een andere belangrijke voorwaarde voor het
scheppen van een veilige begeleidingscultuur binnen een opleiding.
De studenten die voldoende begeleid en gestimuleerd worden
zullen naar verwachting een gezonde dosis doorzettingsvermogen aan de dag
leggen om alle obstakels tijdens hun studieloopbaan en professionele toekomst
te kunnen omzeilen of overkomen.
Studenten moeten zich de competentie eigen maken om om raad
te vragen wanneer zij daar behoefte aan hebben. Medestudenten kunnen teksten
lezen en corrigeren, feedback geven. Het ordentelijk plannen van een studie is
eveneens een kernzaak. Niet te veel tegelijk, maar stap voor stap op passende
momenten leer- en studiemomenten inbouwen.
Het is weldegelijk mogelijk het lot in eigen handen te nemen,
om van een dubbeltje een kwartje te worden. Het vereist, doorzettingsvermogen,
wilskracht, goede vrienden en medestudenten en een onderwijsinstelling die niet
schroomt om eerste generatiestudenten passend te ondersteunen, bijvoorbeeld
door het aanbieden van buddy-, mentorprogramma’s en zomerscholen!