zondag 13 december 2020

Uitgeleide aan Efrojiem Ben Jangakauv, jehie leziechraun.

Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein®

Bij het vertrek vanaf de Aula van het Joods Begrafeniswezen in Amsterdam in Amsterdam waren circa dertig personen aanwezig, om de overleden Erwin Brugmans te begeleiden naar de Israëlitische begraafplaats op Muiderberg.


Bij de toegangspoort tot het rustoord worden de binnenkomende bezoekers door de dienaren van het doodgraverscollege zorgvuldig geteld. Op last van de Rijksoverheid kunnen slechts honderd personen bij een uitvaart aanwezig zijn. Bij een te grote toestroom van rouw-bedrijvenden, wordt de toegangspoort eenvoudig gesloten om het gevaar van besmetting door pandemie te voorkomen.

Op de dodenakker zelf werd hij begeleid door circa veertig personen. Bij aankomst op de begraafplaats bleef de aula daar gesloten. In verband met Channoekah werden geen hespeidiem gezegd. Lijkredenen worden in deze periode niet uitgesproken.

Ook op de begraafplaats wordt de 1,5 meter tussen personen aangehouden. Daarom werd in  de winterse koude bij een temperatuur rond het vriespunt verzameld op het pleintje voor de aula waar de rouwwagen werd ontdaan van haar kostbare lading. De baar met de araun, waarover het zwarte fluwelen kleed gedrapeerd met de gouden mogein dovied, midden op het pleintje opgesteld.

Daarna de wandeling van de rouwstoet naar het grafveld, links achterop de dodenakker waar de keiwer open geschept gereed lag om het aardse stoffelijk omhulsel van haar permanente eigenaar te ontvangen voor de eeuwigheid.

Muiderberg is het beis kweiraus waar voor de tweede wereldoorlog de notabelen en hogere middenstand van de Nederlands Israëlitische Gemeente Amsterdam begraven werden, tegenwoordig kan een ieder hier terecht. Zeeburg was voor de armen, armsten. Weinig matseiwes resten daar thans nog, alle houten gedenktekens verdwenen na ontvreemding gedurende de bezetting in de kachels van hongerende Amsterdammers.

De traditionele gebedsformules reciterende, verplaatst de dienstdoende rabbijn van het doodgraverscollege, zich met de verzamelde gasten naar de randen van de openliggende keiwer, hen voortdurend manende toch de 1,5 meter afstand tussen individuen in acht te nemen om besmetting te voorkomen, stellende dat er op het beis kweiraus letterlijk personen begraven liggen die eerder aan besmetting met het covid-virus, zijn overleden.

De leden van het chewre plaatsen de araun op de twee houten balken welke over de keiwer geplaatst zijn. De zwarte doek wordt van de araun weggenomen en twee kabels worden onder de bodem van de kist gesitueerd. Na het verwijderen van de balken laten vier krachtige heren de araun langzaam afdalen naar de bodem van de keiwer. De kabels worden ingetrokken.

Aanwezigen krijgen de gelegenheid om de aarde van de twee blauwe zeilen bezijdens de grafstede, het gapend donkere gat in te scheppen. Veertig centimeter zand en aarde toornen boven het graf uit, dat zich boven Efrojiem Ben Jangakauw sloot. De laatste rustplaats gevonden.

De dienstdoende leraar van het chewre spreekt psalm 23 uit.

De secretaris van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap treedt op als grafredenaar. Hij prijst de meis voor zijn levenslange inzet ten behoeve van vluchtelingen, kwetsbaren in onze samenleving, het eenmalig organiseren van een voetbaltoernooi tussen Marokkaanse moslims en de leden van Sjoel West – ruim twintig jaren geleden. De permanente aandacht en zorg van Efrojiem Ben Jangakauw voor de bezoekers en gebruikers van Sjoel West, zijn warme aandacht voor het onderhoud en bestendigen van het sjoelgebouw in Amsterdam-West. De solidariteit en inzet ten behoeve van personen met de zelfde geaardheid als de meis. De NIK-secretaris wil deze solidariteit, dit sociaal handelen vast houden en wekt anderen op om ook in deze geest hun Jodendom vorm en inhoud te geven, zich op die terreinen maatschappelijk fors te ontwikkelen om bij te dragen aan een zorgzame Nederlandse samenleving. Efrojiem Ben Jangakauw was overal in de Joodse gemeenschap. Hij had zo zijn eigen geldingsdrang. Voor velen was hij een constante in hun leven. De NIK-secretaris vergelijkt de meis met Aheraun, de broer van Mausje. Ook hij was in zijn tijd overal binnen Beis Jisro’eil zichtbaar en raakt als overleden het bestaan van velen onvergetelijk, bewoog hen met zijn mensenliefde-volle-benadering. Tot slot spreekt de heer Vis voor de overleden voorzitter van Sjoel West een kaddiesj uit. Zijn goed gearticuleerde woorden worden gedragen door de vochtige dampen van de decemberochtend, onder een grijs grauwe Channoekah-hemel.

Een nabestaande plaatst een eenvoudig planken naambordje met handgeschreven tekst op de zandhoop die de legerstede markeert. Zijn nesjomme zal tot troost in hemelse sferen verkeren in het gezelschap van zijn geliefde Bloeme Evers, oprichtster van Sjoel-West. Voorbij is de eenvoudige ceremonie, de rouwenden keren huiswaarts, met de geest van Efrojiem Ben Jangakauw in hun hart.

#BIJEENKOMST "#SOLIDAIR MET# ISRAËL"

Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein ® Na de verschrikkelijke aanval op Israël hebben Joodse organisaties in Nederland, waaronder de Joodse Ge...