Door:
Rabbijn Simon Bornstein
‘Het
Rode Kruis hoort er te zijn voor de aller zwaksten in de maatschappij, maar het
Nederlandse Rode Kruis was er tijdens de Sjoah niet voor de zwaksten.’, stelde
bestuursvoorzitter Inge Brakman tijdens een speciale bijeenkomst. Het Nederlandse Rode Kruis heeft tijdens de
Sjoah gefaald haar maatschappelijke taken te realiseren stelde mevrouw Brakman.
'Het
bestuur van het huidige Nederlandse Rode Kruis biedt de Joodse gemeenschap
haar verontschuldigingen aan en zal dat ook blijven doen.', stelde mevrouw Brakman
herhaaldelijk.
Een
toehoorder stelde duidelijk het Rode Kruis ‘nooit te kunnen en willen vergeven' voor het falen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Het Nederlandse Rode Kruis was
er niet voor onderduikers, Joden, politieke gevangenen, krijgsgevangenen en
dwangarbeiders uit Nederland die door de bezetter gedwongen buiten de
landsgrenzen verbleven. 'Ze ontvingen geen post uit Nederland, geen morele steun
en geen voedselpakketten. Niets.’
Dit was
niet alleen in Nederland zo. Ook Nederlandse Joden die succesvol naar
Zwitserland vluchtten, werden daar niet opgevangen, ondersteund of begeleid
door het Zwitserse Rode Kruis, zo bevestigden twee aanwezige
Holocaustoverlevenden.
De
uiterst emotionele bijeenkomst trok ruim 200 deelnemers. Het panel werd
begeleid door Frits Barend, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Joods
Overleg. Naast bestuursvoorzitter Inge Brakman spraken N.I.O.D.-onderzoekster
Regina Grüter en directeur Gijs de Vries van het Nederlandse Rode Kruis.
De
oudste dame in het publiek was de negenennegentig jarige mevrouw Vlam, geboortejaar
1919. Mevrouw Vlam verhaalde in heldere woorden over het gebrek aan morele en
praktische steun van de kant van het Rode Kruis tijdens deportaties,
transporten naar Westerbork en een concentratiekamp in Polen.
Ook de
naoorlogse opvang was compleet afwezig. Het Nederlandse Rode Kruis hield zich
niet bezig met het lot van gerepatrieerde dwangarbeiders, politieke-, krijgsgevangen-, of oud
concentratiekampgevangenen.
‘We
kwamen aan in Maastricht' vertelde de heer Tugendhaft 'en daar stond niemand van
het Nederlandse Rode Kruis voor ons klaar. Niet bij aankomst en ook niet in de
periode daarna.’
Een
persoon vertelde dat zijn schoonmoeder vanuit een concentratiekamp naar het
neutrale Zweden werd gebracht om daar in rust te kunnen aansterken. Het Nederlandse
Rode Kruis was bereid om schoonmoeder vijfentwintig Gulden te verstrekken voor de
terugkeer naar Nederland, maar niet dan nadat het vervolgingsslachtoffer een
document had ondertekend, dat dit geld ook weer direct na terugkeer in Nederland
moest worden terugbetaald aan het Nederlandse Rode Kruis.
Na aankomst in het vaderland kwam de lokale afdeling van het Rode Kruis in het eerste jaar na de bevrijding inderdaad aan de deur bij schoonmoeder om het geleende bedrag te terug te vorderen, onder dreiging met het inschakelen van een gerechtsdeurwaarder.
Na aankomst in het vaderland kwam de lokale afdeling van het Rode Kruis in het eerste jaar na de bevrijding inderdaad aan de deur bij schoonmoeder om het geleende bedrag te terug te vorderen, onder dreiging met het inschakelen van een gerechtsdeurwaarder.
‘En dat
geld is ook terugbetaald, ik heb de kwitantie nu nog in mijn bezit en wil het u
graag in copie beschikbaar stellen.’, aldus spreker.
Bestuursvoorzitter
Inge Brakman en onderzoekster Regina Grüter hadden nog nooit eerder vernomen,
dat het Rode Kruis na de bevrijding bedragen bij concentratiekamp overlevenden
heeft opgeëist.
Historica Regina
Grüter stelde niet bijzonder verbaasd te zijn, omdat dit paste in het algehele
beeld van de algemene maatschappelijke kilte in de Nederlandse samenleving ten opzichte van onder anderen overlevende Joodse vervolgingsslachtoffers.
N.I.O.D.-onderzoekers
noemen de decennia na de Tweede Wereldoorlog ook wel de beruchte periode
voor kilte-onderzoeken. Er was toen vanuit de samenleving en Nederlandse
overheid vrijwel geen medeleven of inlevingsvermogen aanwezig ten aanzien van
de problematiek en ervaringen van vervolgingsslachtoffers.
Het Nederlandse
Rode Kruis geeft op dit moment alle medewerking aan historische onderzoeken
naar het handelen van de organisatie gedurende de genocide op het Joodse volk
en stelt alle beschikbare archieven open.
Onderzoekster
Regina Grüter geeft aan, dat in de notulen van de bestuursvergaderingen van het
Nederlandse Rode Kruis over de jaren ’40-’45 met geen woord wordt gerept over
de Jodenvervolging. En al helemaal niet aan het bieden van hulp aan Joden en
andere vervolgden.
Voorts
stelde zij dat haar geen antisemitische teksten in die bestuursnotulen werden
aangetroffen. Waarop een heer vanuit het publiek stelde dat de
bestuursvoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis een N.S.B.-er was. De N.S.B.
was de overtuigd antisemitische Nederlandse politieke partij die collaboreerde
met de bezetter.
Ook reppen de genotuleerde bestuursvergaderingen met geen woord over de mogelijkheid tot het initiëren van pogingen tot het beschermen of het redden van Joodse levens. Het Rode Kruis deed niets voor Joden.
Wel was het zo dat reeds gedurende het eerste oorlogsjaar Joodse leden en donateurs van het Nederlandse Rode Kruis werden geroyeerd. Joodse Rode Kruis vrijwilligers werden onder dwang de organisatie uit gezet, het Nederlandse Rode Kruis werd Judenrein.
Ook reppen de genotuleerde bestuursvergaderingen met geen woord over de mogelijkheid tot het initiëren van pogingen tot het beschermen of het redden van Joodse levens. Het Rode Kruis deed niets voor Joden.
Wel was het zo dat reeds gedurende het eerste oorlogsjaar Joodse leden en donateurs van het Nederlandse Rode Kruis werden geroyeerd. Joodse Rode Kruis vrijwilligers werden onder dwang de organisatie uit gezet, het Nederlandse Rode Kruis werd Judenrein.
In 1942
werd het vooroorlogse Rode Kruisbestuur in Nederland vervangen op last van de
bezetter. Het Duitse Rode Kruis nam in alle bezette Europese landen de leiding
van de Rode Kruisafdelingen over.
Zo werd
in Nederland een Duitse Nazi-arts aangesteld om het Nederlandse Rode Kruis te
begeleiden of bij te sturen. Deze arts was direct verantwoording schuldig aan
de Reichskommissar die door Adolf
Hitler persoonlijk was aangesteld om de naar Londen gevluchte Nederlandse
regering te vervangen.
In het
eerste jaar na de bevrijding werd het Nederlandse Rode Kruis bestuur op last
van de teruggekeerde Nederlandse regering in stilte gezuiverd en compleet
vervangen.
Reeds direct na het arriveren van geallieerde troepen in het Zuiden van Nederland nam het Nederlandse Rode Kruis de taak op zich om gegevens te verzamelen van gedeporteerden, vermoorden en terugkerende Joden.
Dit
kantoor werd geplaatst onder een directeur die de ontwerper was van de Nederlandse
persoonsbewijzen tijdens de Tweede Wereldoorlog die zo goed waren, dat hij het
ontwerp en de drukproeven tijdens de oorlog in Berlijn aan Adolf Hitler mocht
tonen.
Na de
bevrijding werd hij verantwoordelijk voor het verzamelen van genoemde
persoonsgegevens voor het Rode Kruis. Hij was onder andere verantwoordelijk
voor de kille ambtelijke brieven aan overlevende nabestaanden, waarin werd
medegedeeld dat familieleden waren ' overleden door vergassing'.
Het Nederlandse Rode Kruis en het Centraal Joods Overleg werken aan het optimaliseren van de betrekkingen tussen de organisaties. Er wordt gepoogd het verleden door middel van deze bijeenkomst, evenals door bijeenkomsten met Nederlanders in Israël, historisch onderzoek en een boekpublicatie bespreekbaar te maken.
Mevrouw Brakman gaf nadrukkelijk aan, dat het huidige Nederlandse Rode Kruis haar medewerkers voorlicht over de geschiedenis van de eigen organisatie en veel waarde toekent aan diversiteit op de eigen professionele en vrijwillige werkvloer.
Daarnaast worden er praktische lessen uit het historisch onderzoek getrokken die op verschillende manieren in concreet beleid worden vertaald. Er wordt door genoemde organisaties ingezet op maatschappelijke verbinding.
Het Nederlandse Rode Kruis en het Centraal Joods Overleg werken aan het optimaliseren van de betrekkingen tussen de organisaties. Er wordt gepoogd het verleden door middel van deze bijeenkomst, evenals door bijeenkomsten met Nederlanders in Israël, historisch onderzoek en een boekpublicatie bespreekbaar te maken.
Mevrouw Brakman gaf nadrukkelijk aan, dat het huidige Nederlandse Rode Kruis haar medewerkers voorlicht over de geschiedenis van de eigen organisatie en veel waarde toekent aan diversiteit op de eigen professionele en vrijwillige werkvloer.
Daarnaast worden er praktische lessen uit het historisch onderzoek getrokken die op verschillende manieren in concreet beleid worden vertaald. Er wordt door genoemde organisaties ingezet op maatschappelijke verbinding.