dinsdag 9 januari 2018

Het Nederlandse Rode Kruis tijdens de Sjoah

Door: Rabbijn Simon Bornstein

‘Het Rode Kruis hoort er te zijn voor de aller zwaksten in de maatschappij, maar het Nederlandse Rode Kruis was er tijdens de Sjoah niet voor de zwaksten.’, stelde bestuursvoorzitter Inge Brakman tijdens een speciale bijeenkomst. Het Nederlandse Rode Kruis heeft tijdens de Sjoah gefaald haar maatschappelijke taken te realiseren stelde mevrouw Brakman.




'Het bestuur van het huidige Nederlandse Rode Kruis biedt de Joodse gemeenschap haar verontschuldigingen aan en zal dat ook blijven doen.', stelde mevrouw Brakman herhaaldelijk.

Een toehoorder stelde duidelijk het Rode Kruis ‘nooit te kunnen en willen vergeven' voor het falen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Het Nederlandse Rode Kruis was er niet voor onderduikers, Joden, politieke gevangenen, krijgsgevangenen en dwangarbeiders uit Nederland die door de bezetter gedwongen buiten de landsgrenzen verbleven. 'Ze ontvingen geen post uit Nederland, geen morele steun en geen voedselpakketten. Niets.’

Dit was niet alleen in Nederland zo. Ook Nederlandse Joden die succesvol naar Zwitserland vluchtten, werden daar niet opgevangen, ondersteund of begeleid door het Zwitserse Rode Kruis, zo bevestigden twee aanwezige Holocaustoverlevenden.

De uiterst emotionele bijeenkomst trok ruim 200 deelnemers. Het panel werd begeleid door Frits Barend, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Joods Overleg. Naast bestuursvoorzitter Inge Brakman spraken N.I.O.D.-onderzoekster Regina Grüter en directeur Gijs de Vries van het Nederlandse Rode Kruis.

De oudste dame in het publiek was de negenennegentig jarige mevrouw Vlam, geboortejaar 1919. Mevrouw Vlam verhaalde in heldere woorden over het gebrek aan morele en praktische steun van de kant van het Rode Kruis tijdens deportaties, transporten naar Westerbork en een concentratiekamp in Polen.

Ook de naoorlogse opvang was compleet afwezig. Het Nederlandse Rode Kruis hield zich niet bezig met het lot van gerepatrieerde dwangarbeiders, politieke-, krijgsgevangen-, of oud concentratiekampgevangenen.

‘We kwamen aan in Maastricht'  vertelde de heer Tugendhaft 'en daar stond niemand van het Nederlandse Rode Kruis voor ons klaar. Niet bij aankomst en ook niet in de periode daarna.’

Een persoon vertelde dat zijn schoonmoeder vanuit een concentratiekamp naar het neutrale Zweden werd gebracht om daar in rust te kunnen aansterken. Het Nederlandse Rode Kruis was bereid om schoonmoeder vijfentwintig Gulden te verstrekken voor de terugkeer naar Nederland, maar niet dan nadat het vervolgingsslachtoffer een document had ondertekend, dat dit geld ook weer direct na terugkeer in Nederland moest worden terugbetaald aan het Nederlandse Rode Kruis. 

Na aankomst in het vaderland kwam de lokale afdeling van het Rode Kruis in het eerste jaar na de bevrijding inderdaad aan de deur bij schoonmoeder om het geleende bedrag te terug te vorderen, onder dreiging met het inschakelen van een gerechtsdeurwaarder.

‘En dat geld is ook terugbetaald, ik heb de kwitantie nu nog in mijn bezit en wil het u graag in copie beschikbaar stellen.’, aldus spreker.

Bestuursvoorzitter Inge Brakman en onderzoekster Regina Grüter hadden nog nooit eerder vernomen, dat het Rode Kruis na de bevrijding bedragen bij concentratiekamp overlevenden heeft opgeëist.

Historica Regina Grüter stelde niet bijzonder verbaasd te zijn, omdat dit paste in het algehele beeld van de algemene maatschappelijke kilte in de Nederlandse samenleving ten opzichte van onder anderen overlevende Joodse vervolgingsslachtoffers.

N.I.O.D.-onderzoekers noemen de decennia na de Tweede Wereldoorlog ook wel de beruchte periode voor kilte-onderzoeken. Er was toen vanuit de samenleving en Nederlandse overheid vrijwel geen medeleven of inlevingsvermogen aanwezig ten aanzien van de problematiek en ervaringen van vervolgingsslachtoffers.

Het Nederlandse Rode Kruis geeft op dit moment alle medewerking aan historische onderzoeken naar het handelen van de organisatie gedurende de genocide op het Joodse volk en stelt alle beschikbare archieven open.

Onderzoekster Regina Grüter geeft aan, dat in de notulen van de bestuursvergaderingen van het Nederlandse Rode Kruis over de jaren ’40-’45 met geen woord wordt gerept over de Jodenvervolging. En al helemaal niet aan het bieden van hulp aan Joden en andere vervolgden.

Voorts stelde zij dat haar geen antisemitische teksten in die bestuursnotulen werden aangetroffen. Waarop een heer vanuit het publiek stelde dat de bestuursvoorzitter van het Nederlandse Rode Kruis een N.S.B.-er was. De N.S.B. was de overtuigd antisemitische Nederlandse politieke partij die collaboreerde met de bezetter. 

Ook reppen de genotuleerde bestuursvergaderingen met geen woord over de mogelijkheid tot het initiëren van pogingen tot het beschermen of het redden van Joodse levens. Het Rode Kruis deed niets voor Joden.

Wel was het zo dat reeds gedurende het eerste oorlogsjaar Joodse leden en donateurs van het Nederlandse Rode Kruis werden geroyeerd. Joodse Rode Kruis vrijwilligers werden onder dwang de organisatie uit gezet, het Nederlandse Rode Kruis werd Judenrein.

In 1942 werd het vooroorlogse Rode Kruisbestuur in Nederland vervangen op last van de bezetter. Het Duitse Rode Kruis nam in alle bezette Europese landen de leiding van de Rode Kruisafdelingen over.

Zo werd in Nederland een Duitse Nazi-arts aangesteld om het Nederlandse Rode Kruis te begeleiden of bij te sturen. Deze arts was direct verantwoording schuldig aan de Reichskommissar die door Adolf Hitler persoonlijk was aangesteld om de naar Londen gevluchte Nederlandse regering te vervangen.

In het eerste jaar na de bevrijding werd het Nederlandse Rode Kruis bestuur op last van de teruggekeerde Nederlandse regering in stilte gezuiverd en compleet vervangen.

Reeds direct na het arriveren van geallieerde troepen in het Zuiden van Nederland nam het Nederlandse Rode Kruis de taak op zich om gegevens te verzamelen van gedeporteerden, vermoorden en terugkerende Joden.

Dit kantoor werd geplaatst onder een directeur die de ontwerper was van de Nederlandse persoonsbewijzen tijdens de Tweede Wereldoorlog die zo goed waren, dat hij het ontwerp en de drukproeven tijdens de oorlog in Berlijn aan Adolf Hitler mocht tonen.

Na de bevrijding werd hij verantwoordelijk voor het verzamelen van genoemde persoonsgegevens voor het Rode Kruis. Hij was onder andere verantwoordelijk voor de kille ambtelijke brieven aan overlevende nabestaanden, waarin werd medegedeeld dat familieleden waren ' overleden door vergassing'.

Het Nederlandse Rode Kruis en het Centraal Joods Overleg werken aan het optimaliseren van de betrekkingen tussen de organisaties. Er wordt gepoogd het verleden door middel van deze bijeenkomst, evenals door bijeenkomsten met Nederlanders in Israël, historisch onderzoek en een boekpublicatie bespreekbaar te maken. 

Mevrouw Brakman gaf nadrukkelijk aan, dat het huidige Nederlandse Rode Kruis haar medewerkers voorlicht over de geschiedenis van de eigen organisatie en veel waarde toekent aan diversiteit op de eigen professionele en vrijwillige werkvloer

Daarnaast worden er praktische lessen uit het historisch onderzoek getrokken die op verschillende manieren in concreet beleid worden vertaald. Er wordt door genoemde organisaties ingezet op maatschappelijke verbinding.

#BIJEENKOMST "#SOLIDAIR MET# ISRAËL"

Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein ® Na de verschrikkelijke aanval op Israël hebben Joodse organisaties in Nederland, waaronder de Joodse Ge...