Door: Rabbijn Simon Bornstein®
Max Arpels Lezer is de auteur van het boek Max is een hondennaam, Een verhaal van onderduik. In dit vlot en meeslepend geschreven autobiografisch boek vertelt de auteur uitgebreid hoe hij als zes jarig kind Amsterdam moest verlaten om bij opa en oma in Apeldoorn te gaan logeren, vanwaar hij moest onderduiken in het gezin van een bevriende dominee gedurende de Tweede Wereldoorlog.
Via het huis van zijn oom in Deventer gaat de kleine Max naar een onderduikgezin in Friesland. Bij zijn nieuwe uiterst liefdevolle Heit en Mem brengt hij de gelukkigste jaren van zijn jeugd door in het dorpje Tzumarum.
De oorlog gaat vrijwel ongemerkt aan het dorpsleven voorbij, hoewel de kleine Max heel goed weet dat hij op moet passen voor de lokale NSB'ers die er ook wonen om niet verraden te zullen worden.
Zes jaren woont de peuter bij het kinderloze echtpaar, dat naast hem ook een kind-overlevende van het Duitse bombardement in Rotterdam in huis heeft. Hij zal deze jongen gedurende zijn hele leven beschouwen als een broer.
In 1948 keert Max met zijn vader Salo Lezer terug naar Amsterdam. Hoewel hij in Harlingen naar de HBS zou gaan, wordt hij op een Amsterdamse lagere school teruggezet naar een lager studiejaar. Hetgeen hij ervaart als een vernedering.
"Mammie" blijkt rond zijn twaalfde jaar een niet-Joodse tweede echtgenote te zijn van zijn vader. Zijn biologische moeder werd vermoord in het vernietigingskamp Sobibor.
Dit gegeven krijgt krijgt de twaalfjarige Max te horen van een hem onbekende meneer Polak van de Joodse Gemeente die op de huistelefoon belt wanneer zijn ouders niet thuis zijn. Deze vertelt hem dat de vrouw van zijn vader niet-Joods is, dat hij Bar Mitswe moet worden.
De jonge puber barst in woede uit jegens zijn familieleden die hem jarenlang niets verteld hebben over zijn vermoorde moeder. Hij uit verwijten, onbegrip en woede over het verzwijgen van de werkelijkheid.
Pas als opa Nol in Amsterdam in het ouderlijk huis intrekt en hem een oud fotoalbum toont, ontvangt Max van zijn opa voor de eerste maal in zijn leven een foto van zijn werkelijke moeder. Hij ervaart de prent van de jonge vrouw als een kleinnood om te koesteren.
De tweede vrouw van zijn vader is een hardvochtige vrouw. Het boek opent het verhaal met een klap op de witte doodskist in een crematorium en eindigt met een zin waarin haar overlijden in 1975 geldt als de Bevrijdingsdag van Max.
Nadat vader een poosje gescheiden had geleefd van tafel en bed, werd de huwelijkse relatie weer hersteld en komt vader weer huis wonen.
Onderwijl nodigt stiefmoeder de jonge adolescent Max uit in het echtelijk bed en dwingt hem tot door hem ongewenste sexuele handelingen; "Mammie moet worden getroost".
Wat dit sexueel misbruik met Max doet beschrijft de auteur niet. Kindermisbruik is onder alle omstandigheden onacceptabel.
Wat dit sexueel misbruik met Max doet beschrijft de auteur niet. Kindermisbruik is onder alle omstandigheden onacceptabel.
Later spreekt Max af met Polak van de Joodse gemeente voor een gesprek van een uur waardoor het leven van de jongeling op zijn kop komt te staan als deze vertelt over zijn biologische moeder die door de bezetter werd vermoord, evenals de rest van de familie.
Enige jaren verder accepteert Max zijn Joodse identiteit waarvoor hij altijd angst had, en trouwde zelfs met zijn Joodse vrouw ter synagoge.
Arpels Lezer was en is actief binnen de Joodse gemeenschap. Zo is hij voorzitter van de Stichting Monument voor het Ondergedoken Kind, was hij voorzitter van de Vereniging Het Ondergedoken Kind en is hij sedert 2015 voorzitter van de Worldfederation of the Jewish Childsurivors of the Holocaust.
Max Arpels Lezer, Max is een hondennaam. Een verhaal van onderduik en misbruik
(Kampen: Ten Have 2005), 142 pagina's
ISBN 90 259 5599 1
Tags: #MaxArpelsLezer #Holocaust #Childres #Childsurvivor #Education #HiddenChild #Friesland #Fryslan #Leeuwarden #Amsterdam #Deventer #Apeldoorn #WorldWar #Shoah #Antisemitism #postwar #trauma #ClaimsConference #VerenigingHetOndergedokenKind #KinderMonument