maandag 23 april 2018

Opperrabbijn Araun Schuster (1907-1994), 2

Door: Rabbijn  Simon Bornstein

Tröbitz was de plaats waar de trein met Nederlandse overlevenden van het concentratiekamp Bergen-Belsen haar passagiers afleverde na de bevrijding. In Tröbitz bevinden zich nog altijd graven van Nederlandse Joden die ginds overleden, omdat zij nog onvoldoende waren aangesterkt.

Verlorener Zug.png
                                         Trajectkaart van het "Verloren Treintransport"

Het kleine stadje Tröbitz ligt in Brandenburg en telt tegenwoordig circa 738 bewoners. De trein uit Bergen-Belsen werd hier door haar bemanning achtergelaten met gevangenen. Het een verloren transport. Wekenlang reed de trein tussen de frontlinies met als doel de kampgevangenen naar een ander concentratiekamp te vervoeren. 

Van de aanvankelijk 2500 passagiers waren er onderweg reeds 550 overleden toen de trein halt hield in Tröbitz. In het boek Tweestromenland schreef de jurist Abel Herzberg uitgebreid over zijn ervaringen gedurende deze treinreis en verblijf in dit dorp. Herzberg was geïnterneerd in Barneveld, Westerbork en Bergen-Belsen en keerde in juli 1945 naar Nederland terug volgens een bericht in de Zeeuwse Provinciale Courant, van 03 september 1974, naar aanleiding van de hem in dat jaar verleende P.C. Hooftprijs.

Herzberg was voorafgaand aan de deportaties vanuit Nederland directeur van het Het Joodsche Werkdorp in de Wieringermeer, waar op kosten van de Nederlandse Joden Duits-Joodse vluchtelingen werden gehuisvest en een landbouwopleiding genoten met als doel zich daarna buiten Nederland te vestigen.

S.S. leider Himmler gaf in maart 1944 het bevel dat, een concentratiekamp moest worden geëvacueerd wanneer de vijand nabij was. Onder bevel van de plaatselijke S.S. officieren werden gevangenen in 1945 gedwongen tot de zogeheten dodenmarsen. Een deel van de gevangenen werd met de trein naar elders getransporteerd. Hierdoor raakte Bergen-Belsen al snel overbevolkt.

Toen de vijand ook Bergen-Belsen naderde, de bevrijding lonkte voor de gevangenen, werd dit kamp ontruimd. Diverse gevangenentransporten per spoor vertrokken, waaronder de trein naar Tröbitz met 2400 zielen aan boord. Op 09 april 1945 vertrok de trein, samengesteld uit oude derde klas passagierswagons en 22 goederenwagons. 

Naast Nederlandse Joden waren er nog 12 nationaliteiten aan boord. De tocht voerde door nog niet bevrijd Nazi-Duitsland, langs plaatsen zoals Soltau, Lüneburg en Büchen. Op 18 april werd Berlijn bereikt. Vanaf Spandau zuidwaards naar Fürstenbrun, Wusterhausen, Finsterberg en Senftenberg. Laag vliegende geallieerde gevechtsvliegtuigen vielen de rijdende trein geregeld aan met bommen en machinegeweren waardoor doden vielen onder de gevangenen.

De trein reed door een krimpende corridor van Nazi-Duitsland met als doel Terezin, het concentratiekamp Theresienstadt. In trein brak vlektyfus uit onder gevangenen, door de verschrikkelijke hygiënische en sanitaire omstandigheden. De trein werd bedekt met alle beschikbare witte doeken om het te dekken tegen de  luchtaanvallen. Velen stierven door honger of ziekte. Wanneer de trein halt hield werden de doden naast het spoor ter aarde besteld.

De in Doetinchem geboren Ro Horneman-Leverpoll (1922) was aan boord van de hier besproken trein. Zij werd van Westerbork naar Bergen-Belsen getransporteerd. En vertelde in de Provinciale Zeeuwse Courant van 10 maart 2001 (p.25) over haar belevenissen: 'Van 18-23 april werden we in veewagons rond gereden. Het is de bedoeling die mensen op het moment dat het einde van de oorlog in zicht was nog te vergassen. Er stierven onderweg heel veel mensen. We maakten deel uit van het transport dat later als The Lost Train bekend zou worden. Niemand wist waar we gebleven waren. Mijn moeder stierf aan uitputting. Ikzelf had vlektyfus. Op 23 april stonden de Russen voor de trein. Dat was mijn bevrijding. Via een kamp in Amersfoort ben ik bij familie in Rotterdam terecht gekomen. Later ben ik getrouwd, heb kinderen gekregen en kleinkinderen.'

Ab Schuster, zoon van Araun Schuster, memoreert in een interview in De Telegraaf van 29 april 2017, dat Russische soldaten op kleine paardjes (Kozakkenregiment van Maarschalk Zjoekov) de trein tot stoppen dwongen, bij het openen van de wagondeuren stroomden de geïnterneerden het kleine dorpje luidruchtig enthousiast joelend  tegemoet.

Op 24 april 1945 werd de trein definitief geplaatst op een spoor nabij het mijnwerkersstadje Tröbitz. Overlevenden van de reis werden verzorgd in een door de Russen opgezet veldhospitaal. Artsen die eerder zelf gevangenen waren hielpen bij de verzorging van de zieken en om de vlektyfusepidemie te bestrijden. Daarbij lieten diverse Joodse artsen het leven.

Eén van de mensen die op 3 mei 1943 aan de vlektyfus overleed was mevrouw Julie Vles-Schwarz. Zij werd met andere overledenen begraven in een gemeeschappelijk graf nabij de toenmalige directiebarakken van de steengroeve Hansa. De begrafenissen werden volgens Ab Schuster vaak door zijn vader geleid.

Het Russische leger zette dorpsbewoners uit hun woningen om de gevangenen op te kunnen vangen. Zulks in een dorpje van 700 inwoners, waar 2000 ex-gevangen ondergebracht moesten worden. Het hoofdgebouw aan de dorpsstraat waar het Russische hoofdkwartier gevestigd werd, werd ontruimt om de passagiers te kunnen verzorgen. Het gezin Schuster bewoonde er met een Tjechisch gezin samen een huis, volgens Ab Schuster.

De overlevende passagiers vormden een comité om zich te organiseren. Dit clubje regelde de aanvoer van voedsel van het Russische leger, het onderdak in een voormalig barakkenkamp voor dwangarbeiders in Nordfeld en begrafenissen.

Het duurde ruim acht weken voor de vlekkentyfus beheersbaar werd. In die periode stierven nog 320 personen, overleden aan de ziekte maar ook aan de beschikbaarheid van goed voedsel waaraan zij niet langer gewend waren. Tot de overledenen behoorde ook de Nederlandse opperrabbijn Abraham Levisson op 25 april.

Veel overlevenden stierven, doordat zij zich na jaren van hongersnood letterlijk dood aten. De laatste dode van het transport was een Nederlands-Joodse vrouw. Zij werd op 21 juni 1945 begraven.

Menachem en Mirjam Pinkhof vertrokken op 13 mei per rijwiel naar Nederland. Onderweg overhandigden zij op 18 mei een memorandum aan Amerikaanse troepen om het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag te informeren omtrent een derde trein vanuit Bergen-Belsen. Nog binnen de quarantaine periode van vier weken werden de eerste Nederlanders getransporteerd naar de Nederlandse grens, de laatsten verlieten Tröbitz in augustus 1945.

Ab Schuster werd met een Amerikaanse truck naar Nederland gerepatrieerd. Voor de eerste maal sedert jaren van honger proefde de kleine Schuster weer chocolade, snoep, echte boter en wit brood nadat het gezin werd opgevangen in een kasteel bij Valkenburg. Het gezin Araun Schuster behoorden tot de overlevenden van de reis naar Tröbitz en zette in Maastricht voor de eerste maal weer voet op Neerlands bodem. Evenals het gezin van historicus Dr. Jaap, Liesje en Ischa Meijer.


Opperrabbijn Araun Schuster
(bron: Dagblad De Tijd, 16 september 1972)

Bronnen:

#Onderlinghe #Verdraechsaemheydt - #OVER #OECOMENE #& #TOLERANTIE

  #Onderlinghe #Verdraechsaemheydt - #OVER #OECOMENE #& #TOLERANTIE #Onderlinghe #Verdraechsaemheydt #OVER #OECOMENE #& #TOLERANT...