maandag 12 oktober 2020

Het Boek Ruth: Israël Zondag PKN

 

Rabbinaat Alkmaar רבנות אלקמאאר


orthodox én onafhankelijk
rabbinaat.alkmaar@gmail.com


Het Boek Ruth


Rabbijn Simon Bornstein®


Het Boek Ruth is een onderdeel van de Tenach. Het Boek Ruth maakt deel uit van de Hagiografen, vormt het derde deel van de Hebreeuwse Bijbel, dat bestaat uit de Torah, de Profetenboeken en de Hagiografen.


De Boekenrol van Ruth ontleent haar naamgeving aan één van de hoofdrolspeelsters in de tekst. Samen met haar schoonmoeder Naomi figureert Ruth prominent in het verhaal. Het Boek Ruth is beeldend. Het laat zich bijna lezen als een Westfriese streekroman die veel weg heeft van de werken van wijlen Margreet van Hoorn.

Gedurende het Wekenfeest – Sjawoe’oth wordt het Boek Ruth ter synagoge jaarlijks gelezen. Het Wekenfeest wordt door het Volk Israël exact zeven weken na het Joodse Paasfeest gevierd. Tijdens deze Jom Tov – goede feestdag, vieren Joden het feit dat de Schepper de Torah aan Mozes gaf op de Berg Sinaaj.  

Het Joodse volk viert een oogstseizoen, het ontvangen van de Torah, het ontvangen van de Geboden. Feitelijk vieren Joden daarmee hun collectieve verjaardagsfeest; het Joodse volk werd op dat moment na de Uittocht namelijk geboren.

Gezegend wordt de mens die het Joodse volk zegent. De Schepper zal je rijkelijk zegenen, de Eeuwige – de God van Israël – onder wiens vlerken je bescherming zult vinden (Ruth 02:12).

Verhaallijn


De in Beth Lechem geboren man Eliemellech is met zijn vrouw Naomi en hun zonen Machlon en Chilion, hadden te kampen met een zware hongersnood in de landstreek Jehoedah.


Door de honger gedreven week het gezin uit naar het buurland Moab Eliemellech overleed na aankomst in Moab en zijn beide zonen huwden daar. Machlon nam Ruth tot vrouw en Chilion huwde Ofra. Ruth en Ofra waren beiden Moabitische vrouwen. Chilion en Machlon bleven in Moab, zij zouden er ook overlijden.


Het voortijdige overlijden van Eliemellech wordt door sommige Joodse geleerden verklaard als een straf. Een bestraffing voor het feit dat hij het Heilige Land permanent had verlaten om zich metterwoon te vestigen in het land Moab.

Na verloop van tijd vernam Naomi dat de hongersnood in Jehoedah afgelopen was. Naomi was vastbesloten terug te keren naar haar land van oorsprong. Ruth vergezelde haar schoonmoeder Naomi op de reis terug naar Beth Lechem, hoewel Naomi gepoogd had haar te overtuigen om toch in haar eigen land Moab te blijven wonen. Ruth had besloten om haar lot te verenigen met het lot van de bevolking van Jehoedah.


De beide vrouwen arriveerden in Beth Lechem in de periode waarin de graan geoogst werd. Vanzelfsprekend verkeerden beiden in staat van armoede. De in Moab overleden Eliemellech had een erfenis nagelaten die geclaimd kon worden.

Om deze claim te kunnen realiseren moest een losser gevonden worden onder de verwanten van Eliemellech. Zonder een dergelijke verwant, zou Naomi gedwongen zijn om het erfdeel ter verkoop (op de vastgoedmarkt) aan te moeten bieden.

Naomi nam contact op met de gefortuneerde verwant van wijlen haar ech
tgenoot, zijn naam was Boaz. Deze was in de oogsttijd geoccupeerd met het binnen halen van de graanoogst op zijn landerijen.

Naomi zond Ruth naar de velden van Boaz om hem daar te ontmoeten, om een indruk te krijgen van deze man. Boaz stond Ruth vriendelijk te woord. Hij had haar enige kleine gunsten bewezen.

Conform het advies van haar schoonmoeder, plaatste Ruth zich in de nacht onder de verantwoording van Boaz. De gastheer ervoer Ruth als een zeer aantrekkelijke vrouw.  Hij informeerde haar, dat er ander verwant was die in de bloedlijn tot nadere betrekking tot Eliemellech stond. Deze verwant had naar mening van Boaz een prevalente positie, betreffende de lossing van de uitstaande erfenis van Eliemellech.  Voordat Boaz een meer intieme relatie met Ruth aan zou kunnen gaan, was het naar oud recht noodzakelijk, dat de genoemde verwant eerst af zou moeten zien van zijn eventuele erfrecht.  De verwant van Eliemellech moest eerst de erfenis van Eliemellech verwerpen, zodat het erfrecht over kon gaan op Boaz. Hierom riep Boaz de verwanten samen, om te komen voor de ouderen die zaten in de poorten van de stad om recht te spreken.

De verwant nu verklaarden geen gebruik te zullen maken van zijn recht. De verwant ontdeed zich van zijn schoen als teken, dat hij geen aanspraak maakte op het erfdeel, de weduwe en schoondochter van wijlen Eliemellech.

Daarmee werd de weg vrijgemaakt voor een huwelijkse verbinding van Boaz met Ruth, de erfenis van wijlen Eliemellech kwam hen nu rechtens toe. Boaz kocht de gehele erfenis over van Naomi, huwde Ruth en werd na het huwelijk vader van hun zoon Obed, die op zijn beurt vader werd van Jesse, de latere vader van Koning David.


Over enkele figuren:

Chilion is de zoon van Eliemelllech en Naomi, die beiden afkomstig waren uit Beth Lechem en migreerden naar Moab vanwege een ernstige hongersnood in eigen land. De hongernood wordt door sommige geleerden beschouwd als de reden van de naamgeving van Chilion.

De naam Chilion betekent in het Nederlands: ‘verspilling’. De hongersnood geldt ook als grondslag voor de naamgeving van zijn broe Machlon. De naam Machlon moet worden vertaald als ‘ziekte’. Chilion huwde de Moabitische vrouw Ofra en leefde tot zijn overlijden tien jaar later in Moab.

Boaz was een verwant van Eliemellech, de echtgenoot van Ruth. Hij was een gefortuneerd inwoner van Beth Lechem. Hij kocht het erfdeel van Eliemellech van Naomi over en huwde Ruth na zich er van vergewist te hebben dat een meer nabije verwant zijn aanspraak op de erfenis niet deed gelden. Boaz huwde Ruth om daarmee de naam van de overleden Eliemellech hoog te houden en door te geven aan een nieuwe generatie.

In de Talmoed wordt Boaz als een vrome en integere man beschreven. Volgens sommige geleerden verloor Boaz gedurende zijn leven zestig kinderen aan de dood. Dit omdat hij Manoach, de vader van Samson, nooit uitnodigde voor huwelijksplechtigheden van één van de kinderen in het huishouden van Boaz. De geleerden veronderstellen, dat Boaz het niet nodig achtte om een kinderloze alleenstaande man voor feestelijkheden uit te nodigen.

Volgens Josephus was Boaz een vrome en zeer geleerde rechter. Hij was een rechtvaardig man, die in iedere begroeting naar een medemens Gods naam noemde. Omdat Boaz een vroom, geleerd en rechtvaardig man was, viel het hem op hoe ernstig Ruth de godsdienstige regels toepaste toen zij de aren las op de velden van Boaz en daarbij het gevallen graan inzamelde achter de maaiers. Ook de gracieuze uitstraling van Ruth en de houding waarin werkte, deden Boaz navragen wie deze vreemde vrouw op zijn veld was.

In het gesprek dat volgde tijdens hun eerste persoonlijke kennismaking, merkte Ruth op dat zij als vrome proseliet uitgesloten was van Gods gemeenschap. Boaz merkte echter op dat dit volgens de Torah alleen van toepassing was op de mannen van het land Moab, maar niet op de Moabitische vrouwen.

Voorts vertelde Boaz haar dat hij van profeten vernomen had, dat zij voorbestemd was om de voormoeder te worden koningen en profeten van het volk Israël. Boaz zegende Ruth met de woorden: ‘Moge de Eeuwige, die de rechtvaardigen beloond, jou ook belonen.’

Boaz was boven alles een goede gastheer, die gedurende maaltijden de uitstekende menselijke gewoonte had om de arme vreemdelingen uiterst vriendelijk te ontvangen en bejegenen. Middels diverse gunsten die haar verleende maakte Boaz aan Ruth duidelijk dat zij de voormoeder zou worden van het Davidische Koningshuis.  Boaz was ook vriendelijk en goed voor zijn verwanten. Toen hij vernam dat de zonen van Naomi waren overleden (in Moab), droeg hij zorg voor hun fatsoenlijke ter aarde bestellingen.  Boaz was gefortuneerd, desondanks zag hij persoonlijk toe op het binnen halen van de oogst. In de opslagschuur zag hij er op toe dat er geen immorele zaken voor konden vallen. Nadat de hongersnood in Jehoedah voorbij was heeft Boaz zich gewijd aan de bestudering van de Torah, hij nam daarvoor vrij van zijn werkzaamheden.

Volgens diverse bronnen doneerde Boaz zes balen graan aan Ruth, om haar daarmee duidelijk te maken dat hij de verwachting had dat zij als geschenk van God zes vrome mannen zou baren. Diverse bronnen geven verschillende namen aan deze nakomelingen, maar twee namen komen voortdurend terug: David en Masjieach. 

Toen Boaz en Ruth zich in de echt verenigden, was Ruth veertig jaren oud en Boaz telde tachtig levensjaren. Het huwelijk bleef niet kinderloos, hoewel Boaz een dag na de huwelijksplechtigheid overleed. Zou de grote inspanning de oude Boaz teveel zijn geworden?

Mogelijke lessen uit het Boek Ruth:

Een vrome naleving van de Geboden door een individu doet gunst vinden in de ogen van anderen.

Wie arm is, staat niet alleen.

– Na regen komt zonneschijn; altijd open zich deuren naar nieuwe kansen in het leven, waar andere deuren gesloten blijven of worden.

– Asielzoekers als Ruth dienen gastvrij en warm welkom te worden geheten.

– Asielzoekers als Ruth zijn bereid volledig te integreren in de ontvangende samenleving, als zij goed, menselijk worden opgevangen en hen kansen worden geboden tot persoonlijke ontwikkeling.

– Men dient de randen van een akker niet te maaien, maar de gewassen daar te laten staan, zodat achter de maaiers en schovenbindsters, de armen eten kunnen verzamelen.

– Aren die tijdens de graanoogst vallen tijdens het oogsten raapt men niet op, maar laat men liggen, zodat arme medemensen die aren kunnen lezen om zich in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.

– Asielzoekers geeft men een gelijkberechtigde plaats in het huishouden, indien zij in eigen huis van gastouder worden opgevangen.

– Jonge dames biedt men bescherming tijdens het uitgaan in de avonduren, zodat zij onderweg niet lastig gevallen zullen worden door kwaadwillende types.

– Het is eervol om een begrafenis te bekostigen voor een overleden minvermogende, zodat deze op respectabele wijze een uitvaart zal mogen hebben.

– Een schoonmoeder kan voor een schoondochter worden als een tweede moeder, een prominente en positieve rol vervullen in het leven van de schoondochter.

– Een schoondochter kan tot een dochter worden voor haar schoonouders, als een goede band wordt opgebouwd.

God manifesteert zich in het dagelijks leven van gewone mensen, soms verborgen, soms wat meer openlijk.

– God maken we zelf zichtbaar door goede daden te verrichten voor de medemens.

In het oude Israël nemen ouderen een prominente maatschappelijke positie in. Door hun levenservaring zijn zij geschikt om op een evenwichtige wijze recht te spreken in de poorten van je stad.

Ouderen kunnen door hun gewogen oordeelsvorming soms bedachtzamer en plechtiger woorden kiezen om zich zorgvuldig uit te drukken.

– Jongeren hebben te maken met identiteitsopbouw, identiteitsvorming, ouderen hebben door hun levenservaring een meer een vanzelfsprekende band met God.

Boaz deelt zijn maaltijd met de hem vreemde Ruth, het is goed om wanneer men genoeg heeft, dit onbevooroordeeld te delen met een bijvoorbeeld een nieuwkomer,

of een arm mens.



Geraadpleegde literatuur:


– Babylonische Talmoed

_ Torah, Newie’iem WeKetoewiem

– Malbiem

– Miedrasj

Sjoelchan Aroech