donderdag 2 april 2020

Joods Alkmaar tijdens de Spaanse Griep-epidemie (1915-1920)

Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein®


Wie bij de oudere generatie te rade gaat kan beluisteren wat de Spaanse griep deed met de Joodse gemeenschap in de regio Alkmaar. "Bar erg was de Spaanse griep ter Stede, bajna iedureen lag toen te bed. Het waarde rond in heul 't land. D'r bennen d'r veul an 'storvun"



In de jaren 1917-1922 rapporteerde de Alkmaarse pers regelmatig over sterfgevallen en uitbraken van de Spaanse griep. Medische adviezen werden de lezers deelgenoot gemaakt:
* blijf uit de buurt van zieken, raak hen niet aan.
* Bedenk dat krachtige luchtverversing de smetstof kan verdrijven.
* Laat zo veel mogelijk frisse lucht in de woning toe, dag en nacht.
* Spoel gorgelend de mond.
* Wast zorgvuldig uwen handen bij het uitgaan en betreden van de woning.
* Houdt de woning stofvrij, stof prikkelt en verontreinigt de ogen, keel en neus.


In deze dagen maakte de pers onderscheid in verschillende verschijningsvormen van de Spaanse griep:

* gastisch: "het verschijnsel van ingrijpende brakingen"
* reumatoïde "pijnlijke spieren, krampen"
* pneumatische "intense hoestbuien en het opgeven van slijm"


Een longontsteking kon de verschijnselen bij patiënten fors negatief verstevigen, volgens de correspondenten van de Alkmaarse Courant.



In november 1918 werd het broodrantsoen voor de hongerende bevolking, vanwege de Spaanse griep verhoogd naar 280 gram brood per volwassen persoon per dag. Op 11 november gingen de rantsoenen omhoog naar 311 gram brood per volwassen persoon per dag. 

Dit werd mogelijk door de gunstige vooruitzichten dat de aanvoer van Amerikaans graan naar Nederland toe zou nemen. Enige scheepsladingen Amerikaans graan waren reeds naar Nederland onderweg. 

Veel overleden personen waren bij leven mensen met een zeer laag weerstandsvermogen. Specifiek die mensen kwamen veelal te overlijden na besmetting met de Spaanse griep.

Op 11 september 1915 waren in Alkmaar de broodprijzen reeds door de burgemeester gemaximaliseerd. Eén kilo koosjer brood, dat in Alkmaar werd gebakken, koste maximaal fl, 0,24 cent, zoals burgemeester G, Ripping op 10 september 1915 bekend liet maken door de publicatie in de Alkmaarse Courant, zoals hieronder weergegeven.


De 'chewreman' maakte wekelijks zijn rondgang langs de Joodse huizen om in persoon aan de deur de lidmaatschapsgelden van het chewre, de begrafenisvereniging, te innen. 

Gedurende dergelijke rondgangen waarschuwde de chewreman dat ingeval er zieken zijn, deze binnen zouden moeten blijven. "gaat niet naar plaatsen waar velen bijeenkomen", "voelt u zich naar of rilt u, neemt dan een lechojiem!"

De pers schreef dat de Spaanse griep van Spanje gekomen was. De ziekte verspreide zich als epidemie snel over het Europese continent, waar de Eerste Wereldoorlog woedde. 

Een in Alkmaar of de Noordkop woonachtig zijnde soldaat lag vaak aan de Duitse of Belgische grens in het kader van de algeheel gemobiliseerde strijdkrachten. Veel lieden maakten lange reizen, zo konden besmettingen binnen een ogenblik van de ene zijde van het land naar de andere zijde van het land over gaan.




De Amsterdams-Joodse handelaar B.I. Akker importeerde Britse Menthol Snuif, te gebruiken tegen de Spaanse griep. Hij adverteerde zijn medicinale waren landelijk dus ook in Alkmaarse Courant, zoals hierboven weergegeven.

In de grensregio's openbaarde de Spaanse griep zich voor het eerst, evenals in onze dagen de Corona-epidemie. In juli 1918 werden de eerste besmettingen in Zeeuws-Vlaanderen gerapporteerd. 

Op een militaire basis werden de eerste besmettingen aangetroffen waarna alle militaire verloven werden ingetrokken, om de soldaten in quarantaine op de basis te isoleren.



Grensarbeiders die dagelijks de Duitse of Belgische grenzen overstaken brachten de eerste besmettingen met zich mee naar Nederland. Op 11 juli werden in een interneringskamp voor Britten nabij Groningen besmettingen aangetroffen. In het kamp waren Britse soldaten, schipbreukelingen en anderen geïnterneerd vanwege schendingen van de Nederlandse neutraliteit Een dag later werden besmettingen in het Duitse Essen geconstateerd, daar werkten veel Nederlandse grensarbeiders. 


In Zuidelijk Limburg was het op 13 juli 1918 bal, en maakt  de Spaanse griep haar opwachting. In veel Westfriese dorpen en steden werden grote publieke bijeenkomsten afgelast, oogstfeesten, dorpsfeesten en de epidemie strooide ook roet in het eten van de liefhebbers van de fameuze Westfriese kermissen en draverijen. In Sint Pancras nam de gemeenteraad het gevaar dat uitging van de Spaanse griep onvoldoende serieus en de raad liet er in 1918 de jaarlijkse kermis desondanks doorgang vinden.



Een in zijn tijd zeer bekende Joodse grenswerker was rabbijn I.L. Sohlberg. Deze Godgeleerde werd op 01 mei 1855 geboren in Amsterdam, als zoon van Marcus (Hebreeuwse naam: Mordechai) Sohlberg en Marianne Muller. 

In 1866 werd hij toegelaten tot de Voorbereidende Klasse van het Nederlands Israëlitisch Seminarium in Amsterdam en een jaar later werd hij bevorderd naar de Laagste Klasse. In september 1873 sloot hij de Onder Afdeeling Rabbijnen met goed gevolg af en werd hij bevorderd naar de Hoogere Afdeeling van het Nederlands Israëlitisch Seminarium. 




In september 1882 legde hij met succes het examen voor de Godgeleerde rang van Maurei af, waarmee hij het 'kerkelijk doctoraat' had behaald. 

Isaac Levie Sohlberg groeide uit tot een geliefd rabbijn. Opperrabbijn Dr. J.H. Dünner kon als Seminarium-rector trots zijn op Sohlberg die reeds van kindsbeen bekendheid genoot vanwege zijn intellectuele capaciteiten en grote Talmoedische kennis en vaardigheden. 


Na zijn Maurei-examen werd hij benoemd als hoofd van de burgerlijke Israëlitische school in Den Haag en als rabbijn van de Nederlands Israëlitische Gemeente in Den Haag. In 1899 verbond hij zich als hoogleraar aan het Beth Hamidrasch in Rotterdam. In het Haagse nam hij ook enige malen het opperrabbinaat waar. 

Als laatste stap in zijn fraaie loopbaan, verhuisde hij naar Antwerpen in België om daar het rabbinaat van de Israëlitische Gemeente in te vullen. Hij verstevigde daarmee nadrukkelijk de Mienhog Amsterdam in Antwerpen. 

Het is bekend dat deze herder ten behoeve van zijn kudde in Antwerpen regelmatig naar Nederland reisde. In 1918 overleed deze grote geleerde in Antwerpen aan de Spaanse griep. Een  bericht dat nadrukkelijk de nationale pers in Nederland bereikte. Een jaar na zijn overlijden, in 1919, werd Sohlberg (her-) begraven op de Joodse begraafplaats Muiderberg, even buiten zijn geliefde Mokum. 


כלל ישראל איז צושאקלט! פון דעם “קאראנע וויירוס” קרבן



Op last van de Opperrabbijn voor Noord-Holland werd in alle Noord-Hollandse synagogen, dus ook in de Alkmaarse synagoge, op sjabbes gebeden gezegd ter bezwering van de Spaanse griep.


Ten tijde van de Spaanse griep adviseerde de Haagse regering de bevolking om "volksophopingen" te vermijden. Hieronder begrepen de Westfriese kermissen. In Sint Pancras trok de gemeenteraad met vier tegen drie stemmen om de kermis toch doorgang te laten vinden. Of dit achteraf bezien een verstandige beslissing was, valt te bezien. 



In Alkmaar heerste vanwege de aan de grenzen razende Wereldoorlog een schaarste aan brandstoffen. Brandstof werd in Alkmaar nadrukkelijk gerantsoeneerd. Om hun Cokes-kaart in te laten vullen moesten de Alkmaarders in weer en wind in de rij staan, dat was onacceptabel, met een groot gevaar om een besmetting op te lopen. Binnen de Kille Kaudeisj Alkmaar sprak men er schande van. In 1918 alleen, lag het sterftecijfer vanwege de Spaanse griep ruim een derde hoger dan gebruikelijk.

Kinderen waarvan minstens één ouder was overleden aan de Spaanse griep konden, wanneer de overgebleven ouder niet langer voor de kinderen zorg kon dragen op grond van armoede, worden opgenomen in het Israëlitisch Jongens- of Meisjesweeshuis in Amsterdam. Zo kon het voorkomen dat een Joods kind in Alkmaar werd opgenomen in Joodse weeshuizen in Amsterdam.


Ook levensmiddelen werden in Alkmaar gerantsoeneerd, levensmiddelen werden door de Spaanse griep steeds schaarser, de regionale economie werd hard door de epidemie getroffen.  

De aardappeloogst kon niet tijdig worden binnen gehaald door een tekort aan gezonde landarbeiders. Aardappelrantsoenen voor Alkmaarse burgers bedroegen de helft van het rantsoen van de zeveneneenhalve kilo aardappelen waarop militairen aanspraak konden maken.


Samenvattend kan worden gesteld dat de Alkmaarse bevolking zwaar werd getroffen door de economische crisis en de schaarste aan voldoende voedingsmiddelen en brandstoffen vanwege de Eerste Wereldoorlog en het uitbreken van de Spaanse griep-epidemie. 

Door de lage lichamelijke weerstand overleden relatief veel burgers aan de Spaanse griep. Brood, melk, aardappelen en andere voedingsmiddelen werden door de regering gerantsoeneerd. Wel hield de regering daarbij rekening met de vrijheid van godsdienst, in Alkmaar was koosjer, onder rabbinaal toezicht gebakken brood beschikbaar voor de Joodse bevolking. 

In de Alkmaarse synagoge werden op Sjabbes speciale gebeden gedaan ter bezwering van de Spaanse griep op last van de Opperrabbijn voor Noord-Holland en de chewreman vervulde een belangrijke rol bij het informeren van de Joodse bevolking met betrekking tot de overheidsmaatregelen om de epidemie te beteugelen en de persoonlijke gezondheid van de gemeenteleden. 

En voor Joodse weeskinderen als gevolg van de Spaanse griep was opvang mogelijk in de Joodse weeshuizen in Amsterdam.

---------------------------------
#Tags:
#Spaanse #griep #longontsteking #epidemie #pandemie #EersteWereldoorlog #rabbijn #Sohlberg #armoede #honger #weerstand #NederlandsIsraëlitischSeminarium #rabbijnenseminarium #weeshuis #wezenzorg #weeskind #voedselschaarste #gebeden #synagoge #opperrabbijn #Noord-Holland # #Rabbijn #Simon #Bornstein®