Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein®
Ter voorbereiding op de
viering van het #Poeriemfeest op de avond van negen en de gehele dag op de tiende
maart bestuderen we het derde hoofdstuk van het Seifer Aur HeChodeisj (Praag
1600) van Rabbijn Jehoede Leib Löw (circa 1526-1609). Een oom van deze beroemde
geleerde was Rabbijn Jangakauv Ben Chojiem, die functioneerde als Reichsrabbiner, een
zeer prominente functionaris benoemd en erkend door het Heilige Römische
Reich Deutscher Nation.
Wanneer we het bovengenoemde
werk opslaan, dan verdiepen we ons in de derde Perrek (hoofdstuk) van de
Megille (Tenach: Boekenrol van Esther). Hier weigert Mordechaj te buigen
voor de Perzische onderkoning Homan.
Een reeks functionarissen uit
de hofhouding van de Perzische vorst confronteren Mordechaj en zij wijzen hem
op de wettelijke plicht om te buigen. “Om welke reden buigt u zich niet voor de
onderkoning Homan, terwijl een ieder ander dit wel doet?” De Megille meldt: dat
de dienaren des konings de toenmalige Perzische overheid meldden dat hij niet buigt voor de
onderkoning, omdat hij een trotse Jood was.
De Medrasch in Esther Rabbe vult
deze dialoog in:
1) De Kinderen van Rachel werden
in een andere generatie op de zelfde wijze getest en uitgedaagd. Zij werden ook
tot leiders van Israël en redders van hun volk. Zij werden op prominente
plaatsen in de maatschappij benoemd.
2) Hetzelfde ook met Joseif die
in zijn generatie niet boog voor de vrouw van zijn eigenaar Potifar, toen hij
weigerde om een zonde te begaan door eventueel met haar te slapen.
Evenals in de casus met Homan in de Megilles Esther wordt Mordechaj in het Poeriem verhaal benoemd tot onderkoning van Perzië door Achasjwerausj, Mellech Parasj. Als teken van deze benoeming ontving hij een zegelring horende tot zijn waardigheid als nieuwe onderkoning. Ook Joseif ontving een zegelring van de Farao toen hij onderkoning van Egypte werd.
Evenals in de casus met Homan in de Megilles Esther wordt Mordechaj in het Poeriem verhaal benoemd tot onderkoning van Perzië door Achasjwerausj, Mellech Parasj. Als teken van deze benoeming ontving hij een zegelring horende tot zijn waardigheid als nieuwe onderkoning. Ook Joseif ontving een zegelring van de Farao toen hij onderkoning van Egypte werd.
Toen Mordechaj werd benoemd
als onderkoning van Perzië, werd hij gekleed in de vorstelijke kleding horende
bij de prominente functie, hij reed op een paard door de hoofdstad en voor hem
uit liepen functionarissen die luid uitriepen dat hij benoemd was als
onderkoning, om het publiek langs de route te informeren.
Zo ook gebeurde het met Joseif
bij diens benoeming als onderkoning van Egypte, daar liepen voor zijn tournee
door de hoofdstad koninklijke boodschappers voor de processie uit die riepen “Ziet
hier de Owreich!”
De Jehoede is het verboden om
een persoon te aanbidden wie zich zelf een godheid noemt. Ook wanneer dit in
een omgeving gebeurt, zoals de hofhouding van een regerend vorst, is dit
verboden. Het is godsdienstige wetgeving verboden te buigen voor een mens.
Mordechaj antwoordde dat hij
niet slechts een Jehoede was, maar dat hij afstamde van de Stam Benjomien, Benjomien
die was geboren in Eretz Jiesro’eil. “Onie Iesj Jemienie!”: Ik ben een man van
de stam Benjomien.
Daarmee stelde Mordechaj
duidelijk af te stammen van die ene zoon van Jangakauv: Benjomien. De Sjeiwes
Benjomien (stam Benjomien) heeft nimmer voor een mens gebogen.
Dit werd ook medegedeeld aan
de onderkoning Homan van Perzië. Hierop antwoordde Homan ga terug naar Mordechaj,
zijn grootvader boog voor mijn grootvader. Homan was volgens deze Medrasch een
afstammeling van Amolek en van Eisov, voor wie volgens Mordechaj, Jangakauv
heeft moeten buigen.
Hiermee claimde Homan een historisch precedent te hebben om
gezag over de dynastie van Mordechaj uit te kunnen oefenen. Mordechaj ontkende
hierop dat Jangakauv of Benjomien ooit gebogen hebben voor welk mens of voor
welke gezaghebber dan ook. ‘Ik, Mordechaj, stam af van deze Benjomien!’
Joseif zal niet wijken van
zijn standpunt, hij zal nimmer buigen. Zo ook met Mordechaj. Deze personen zijn
als een plaats waar de Sjechieno rust, de Goddelijke Aanwezigheid. Zoals ook de
Beis HeMiekdosj een plaats had in het territorium van Sjeiwes Benjominie, zo
ook rust Gods Kedoesje op Joseif en Mordechaj.
De heiligheid Gods en personen
als Joseif of Mordechaj zijn onscheidbaar, zij kunnen niet bewogen worden tot
het afwijken van de Joodse ethiek.
Zo weigert Joseif de immorele
daad te plegen door de bijslaap van de echtgenote van zijn eigenaar-werkgever
te worden, hij verwijdert zich van deze uitdaging. Zijn moraliteit is beproefd,
zijn integriteit rotsvast. Zo ook Mordechaj.
Hieruit kan worden geleerd wat
de waarde is van persoonlijke integriteit.
De waarde van het begaan van Gods
wegen, vast te houden aan hun Schepper en zijn Tauro. Hun beloning was het een
prominente maatschappelijke positie te verkrijgen; het vertrouwen te mogen
genieten van de regerende staatshoofden in Perzië en Mietsrojiem.
Joseif, en ook Mordechaj, verkregen
hun bevoegdheden van hem alleen die hen dezen kon opdragen; het staatshoofd.
Dit is uitsluitend mogelijk door met de Mellech HaMlochiem, de Koning over
koningen, te staan.
Hun Godsvertrouwen, hun
moraliteit, hun complete persoonlijke integriteit werd beloond met het
verkrijgen van het zegel, de ring van hun werkgever.
Trouw aan de Schepper, Zijn Tauro en Traditie, een gezonde en positieve Joodse identiteit verdienen (maatschappelijk) respect.
Tot zover een belangrijke levensles,
a Git Poeriem!
----------------------------------------------
Tags:
#Poeriem #Integriteit #Moraliteit #Vasthoudendheid #ethiek #Torah #Traditie #Jodendom #feestdag #Esther ##godsvertrouwen #Perzië #Rabbijn #Reichsrabbiner #Lotenfeest
----------------------------------------------
Tags:
#Poeriem #Integriteit #Moraliteit #Vasthoudendheid #ethiek #Torah #Traditie #Jodendom #feestdag #Esther ##godsvertrouwen #Perzië #Rabbijn #Reichsrabbiner #Lotenfeest