Door: Rabbijn Simon
Bornstein®
Ramsey Nasr (1974) was de derde ‘Dichter
des Vaderlands’ en voor een deel van Palestijnse origine. De Nederlandse
essayist, dichter, regisseur en auteur was tevens Ambassadeur voor de Turing
Gedichtenwedstrijd. Hij kwam ter wereld in de omgeving van Rotterdam en bezocht
aldaar een gymnasium.
Relatief korte tijd was hij actief voor het Zuidelijk
Toneel. In 2009 werd hij benoemd als ‘Dichter des Vaderlands’ en functioneerde
als zodanig tot 2013. Nasr speelde tot heden in tenminste negentien films en
televisieseries, waarnaast ook in circa negen toneelstukken.
In het verleden heeft hij zich kritisch uitgelaten
over banden tussen Palestijnen en Israëliërs. In de Volkskrant verklaarde Nasr trots te zijn een Palestijn te zijn. Na een bezoek in 1996 aan familie woonachtig in Jordanië, Judea en Samaria voelde Nasr zich geen Nederlander meer, maar een Palestijn.
Dit roept de vraag op: hoe kan een kunstenaar zich 'Dichter des Vaderlands' laten noemen wanneer hij zich geen vaderlander; Nederlander voelt?
Dit roept de vraag op: hoe kan een kunstenaar zich 'Dichter des Vaderlands' laten noemen wanneer hij zich geen vaderlander; Nederlander voelt?
Waar het Palestijnse vraagstuk om gaat, is volgens de Nasr: 'dat je als jood niet een ander volk tot nieuwe jood mag maken. Want hoe je het ook wendt of keert, en ik bedoel het niet cynisch, maar het Palestijnse volk leeft nu in diaspora. Wij zijn nu een volk zonder land.' De oplossing? 'Er zijn daar twee partijen die getraumatiseerd zijn. De internationale gemeenschap moet ingrijpen.', aldus het nog altijd actuele interview met de kunstenaar in De Volkskrant (2001).
Op dat internationale ingrijpen zit de Israëlische regering zeker niet te wachten, het is ook niet nodig voor de enige democratie in het Midden-Oosten.
Laat de internationale gemeenschap de corrupte regering van Mahmoud Abbas maar eens onder druk zetten om een einde te maken aan de tirannie van Abbas, aan actieve geïnstitutionaliseerde discriminatie jegens vrouwen, christenen, LHBTQI Palestijnen en Joden.
De opheffing van de UNWRA zou een heel goede zaak zijn; laten de Arabische regeringen de Palestijns-Arabische nakomelingen nu eens een paspoort geven van het land van inwoning zodat zij hun levens fatsoenlijk en op een waardige wijze op kunnen bouwen, overeenkomstig het VN vluchtelingenverdrag welks voorschrijft dat een vluchteling reeds vijf jaar na diens vlucht recht heeft op een paspoort van het land van inwoning: naturalisatie.
Op dat internationale ingrijpen zit de Israëlische regering zeker niet te wachten, het is ook niet nodig voor de enige democratie in het Midden-Oosten.
Laat de internationale gemeenschap de corrupte regering van Mahmoud Abbas maar eens onder druk zetten om een einde te maken aan de tirannie van Abbas, aan actieve geïnstitutionaliseerde discriminatie jegens vrouwen, christenen, LHBTQI Palestijnen en Joden.
De opheffing van de UNWRA zou een heel goede zaak zijn; laten de Arabische regeringen de Palestijns-Arabische nakomelingen nu eens een paspoort geven van het land van inwoning zodat zij hun levens fatsoenlijk en op een waardige wijze op kunnen bouwen, overeenkomstig het VN vluchtelingenverdrag welks voorschrijft dat een vluchteling reeds vijf jaar na diens vlucht recht heeft op een paspoort van het land van inwoning: naturalisatie.
Als auteur publiceerde Nasr onder
andere het werkje Kapitein Zeiksnor en de Twee Culturen (Amsterdam: RAP 2001), 125 pagina’s, ISBN
90-6005-537-3.
In ‘Kapitein Zeiksnor’ verhaalt de auteur over een fictieve oude man
die besluit om het volk te willen verheffen, maar het volk slaat terug. Volgens
deze oudere heer is de wereld in verval geraakt, maar is het nog niet te laat
om het volk te redden.
Hij kan het niet nalaten om het volk te wijzen op hun
rechten en plichten en wenst zelf het goede voorbeeld te geven. Om dit te doen
steekt de oude man lange redevoeringen af ter stichting van het volk.
Het volk
wordt dit spoedig zat en slaat terug. Maar dit is niet de bedoeling van de
redenaar. In een dialogisch geschreven boekje brengt Nasr de ervaringen van Kapitein
Zeiksnor onder woorden. Kapitein Zeiksnor wordt gepresenteerd als een man van
de wereld, maar niet van de huidige wereld.
Tekenend voor de schrijfstijl van de auteur is het volgende citaat: ‘Hier
is hij opgestaan. Hier staat hij, de mens, ikzelve, hier staat een man met
voeten, en wat meer is: meteen een heer! Ik ben dezelfde gebleven! Als heer ben
ik ingeslapen, als heer sta ik onveranderlijk weer op. Rechtop, fier,
onbuigzaam gelijk ik op de naald van een kompas, waarmee de wereld – dit had ik
nog niet gezegd – is een schip, heus, een vlottend ruimteschip, zo is het, en
ik, meine Wenigkeit, ikzelve zou het kunnen besturen, want waarlijk: Bescheidenheit
ist eine Zier, weiter kommt mann ohne ihr. Pom-pom! Hier sta ik dan, dag wereld,
dag blauwe lucht, waaruit ik ademhaal: ik ben opgestaan hoor, het leven is mooi.
Maar het mooist is het leven wel op mijn
verjaardag. Mag ik het zeggen? Heute ist mein Geburtstag! JAWOHL!’ (p. 9).
Het werkje van Nasr leest vlot en het narratief spint zich flexibel in
wel zeer korte hoofdstukjes uit. Een fijn leesbaar boekje: Kapitein Zeiksnor!
+++++