De uiterst emotionele discussie tussen de horecaondernemer en de Joodse gemeenschap van Deventer is een hoogst onwenselijke discussie die tientallen jaren van interreligieus opbouwwerk in de Hanzestad teniet lijkt te doen en aan lijkt te zetten tot maatschappelijk polarisatie.
De
synagoge heeft de bestemming maatschappelijk. Dat veranderen in horeca,
zoals Sahin probeerde met een vergunningaanvraag, ziet de gemeente niet
zitten. De synagoge ligt buiten bijvoorbeeld de Brink, waar onbeperkt
horeca is toegestaan en uitbreiding eerder gewenst is. De foodhall in de
synagoge kan hinder veroorzaken voor omwonenden en past niet bij het
rijksmonumentale karakter van het pand, stelt de gemeente ook. Grijsen:
,,Dat laatste is het belangrijkste argument.’’Er
is vrees dat horeca het religieus erfgoed aantast: aan de buitenkant én
binnenkant, waar het interieur onderdeel is van het monument. Een
foodhall doet afbreuk aan de ‘maatschappelijke en historische betekenis
van het pand’, concludeert B en W.'
De opluchting bij het bestuur van Beth Shoshanna omtrent het besluit van de Deventer magistratuur is zeer voorstelbaar. Op initiatief van oud-burgemeester Heidema zijn bemiddelingsgesprekken opgestart tussen Beth Shoshanna enerzijds en pandeigenaar Lenferink en horecabaas Sahin anderzijds. Los van deze gesprekken heeft de Gemeente Deventer nu haar eigen verantwoording genomen en de volstrekt onwaardige vestiging van een foodhal verboden.
-----