Exact driehonderd jaar geleden
overleed Opperrabbijn Zvi Hirsch Asjkenazi (1658-1718). Reden genoeg om de grootheid op
deze plaats te gedenken. צבי אשכנזי is wereldberoemd onder zijn alias, de Chacham Zvi.
Chacham Zvi, portret
Deze gaon werd geboren in Moravië en overleed in Lemberg. Hij wordt wel de voornaamste en grootste Opperrabbijn van Amsterdam genoemd.
Chacham Zvi was een kleinzoon van een geleerde grootvader: Efrojiem HeCauhein
die rabbinale bekendheid geniet door de publicatie van zijn boek Sjangar Efrojiem. Efrojiem HeCauhein was een schoonzoon van een
andere rabbinale grootheid: Eiliejoh
Bangal Sjeim Tauv uit Chelm.
Door zijn tijdgenoten werd hij
geprezen om zijn genialiteit en enorme intellect. Vrijwel alle rabbijnen van
zijn generatie kenden hem als Klausrabbiner
in Altona, nabij de Duitse stad Hamburg. Zijn enorme Joodse geleerdheid werd in
geheel Europa erkend.
Een Klaus is in het oude West-Jiddisch een aanduiding voor een Joodse school.
Het woord is etymologisch afkomstig van het woord clusa het welk in het Latijn ‘gesloten’ betekent. Een Klaus werd
door leden van de kehille gesticht.
In een Klaus werden Tauro en Talmoed bestudeerd.
De Chacham Zvi paarde zijn scherp
intellect aan heldere hallochische ratio’s en standpunten. Voorts genoot hij
aanzien omdat hij een afkeer had van geld en de invloed die daarmee soms
gekocht kon worden. Door gefortuneerde gemeenteleden in Amsterdam werd hij wel
beschouwd als obstinaat en in een zekere zin arrogant.
Hij was niet zelfzuchtig maar wel
gepassioneerd en uitgesproken. Dit kon soms leiden tot conflicten, waaronder
hij soms duidelijk leed. De Chacham Zvi behoort tot de meest vooraanstaande Chassidei Asjkenoos. Van zijn handgeschreven
responsa is slechts een deel in druk verschenen. Zijn meesterwerk gaf hij de
titel Responsa Chacham Zvi (Amsterdam
1712).
Reeds voor zijn beroeping als Opperrabbijn van Amsterdam had de Chacham Zvi een zeer indrukwekkend verlopen carrière als rondreizende geleerde. Zijn bekendheid kan worden afgeleid aan het grote aantal hallochisch geleerde werken die collega rabbijnen publiceerden.
Reeds voor zijn beroeping als Opperrabbijn van Amsterdam had de Chacham Zvi een zeer indrukwekkend verlopen carrière als rondreizende geleerde. Zijn bekendheid kan worden afgeleid aan het grote aantal hallochisch geleerde werken die collega rabbijnen publiceerden.
In veel gevallen omvat een
dergelijk boek de opmerking, dat de bekende Chacham Zvi die plaats had
aangedaan en daar met lokale geleerden over hallochische vraagstukken had
gedebatteerd waarbij hij hen zijn standpunten of besluiten mededeelde. In veel
gevallen werd diens opvatting als richting gevend voor de lokale gemeenschap schriftelijk
vastgelegd.
Zvi Hirsch Asjkenozi werd geboren
in Moravië, in de stad Mezeric. Aanvankelijk ontving hij zijn educatie van zijn
eigen vader en van zijn grootvader Efrojiem HeCauhein die functioneerde als
rabbijn van Alt-Ofen. Zijn grootvader
zond hem naar de jesjievo van rabbijn Eiliehoe Cobo in Saloninki, aan de
Adriatische kust.
In Thessaloniki ten tijde van
zijn aankomst was reeds sedert de Klassieke Oudheid een voorname Joodse
gemeenschap gevestigd. Ten tijde van de Chacham Zvi waren er relatief veel
aanhangers van de valse messias Sabbetaj Zvi woonachtig in die stad.
Sabbetaj Zvi was een Sefardische
Jood die zichzelf als messias had uitgeroepen. Ook deze figuur was een
rondreizende Joodse prediker, die in het mediterrane gebied een aanzienlijke
aanhang verwierf. Dit bleek later ook in Amsterdam onder de leden van de
Portugees Israëlitische Gemeente zo te zijn.
In Amsterdam verkochten sommige
Joden zelfs hun bezittingen en hun woning om met de opbrengst de reis naar
Eretz Jisro’eil te kunnen bekostigen. Immers Sabbestaj Zvi had opgeroepen tot
een terugkeer naar het oude vaderland van het Jodendom.
Sabbetaj Zvi veroorzaakte veel
onrust in het Ottomaanse rijk, dusdanig dat hij op last van de Sultan werd
gearresteerd en werd veroordeeld.
Uiteindelijk bekeerde de valse messias zich tot de islam om zo te ontkomen aan
de hem opgelegde doodstraf. Ook na zijn uiteindelijke overlijden bleven in
sommige Sefardische gemeenschappen nog generaties Sabbetajanisten bestaan die
geloofden in zijn wederkomst als messias.
Voor de Chacham Zvi waren deze
ontwikkelingen bepalend voor zijn carrière waarin hij het beschermen van het ‘ware’
Jodendom tegen de Sabbetajanistische invloeden die hij met kracht bestreed waar
hij maar kon.
In Saloniki maakte de Chacham Zvi
zich de Sefardische studie- en Talmoedische onderzoeksmethodieken eigen. Voorts
leerde hij het Ladino in woord en geschrift.
Ladino is de uit Middeleeuws
Spaans gemengd met Hebreeuwse en Arameese woorden en uitdrukkingswijzen
samengestelde taal van de uit het Iberisch schiereiland afkomstige Sefardiem,
een overgeleverd erfgoed vanuit de Al-Andaloesperiode in de Spaanse
koninkrijken voorafgaande aan de verbanning van de Joden uit het katholieke
Spanje.
Na Saloniki studeerde de Chacham
Zvi een poos in Constantinopel, waar zijn genialiteit opviel en waar hij werd
aangeduid met de titel Chacham, de Sefardisch titel voor een rabbinale
geleerde, zulks ondanks zijn Polnische oorspong. Na terugkeer na Alt-Ofen huwde hij
een dochter van een voorname Joodse burger van die stad.