maandag 4 juni 2018

De Chacham Zvi (1658-1718)


Exact driehonderd jaar geleden overleed Opperrabbijn Zvi Hirsch Asjkenazi  (1658-1718). Reden genoeg om de grootheid op deze plaats te gedenken.  צבי אשכנזי‎ is wereldberoemd onder zijn alias, de Chacham Zvi

Chacham Zvi, portret

Deze gaon werd geboren in Moravië en overleed in Lemberg. Hij wordt wel de voornaamste en grootste Opperrabbijn van Amsterdam genoemd.

Chacham Zvi was een kleinzoon van een geleerde grootvader: Efrojiem HeCauhein die rabbinale bekendheid geniet door de publicatie van zijn boek Sjangar Efrojiem.  Efrojiem HeCauhein was een schoonzoon van een andere rabbinale grootheid: Eiliejoh Bangal Sjeim Tauv uit Chelm.

Door zijn tijdgenoten werd hij geprezen om zijn genialiteit en enorme intellect. Vrijwel alle rabbijnen van zijn generatie kenden hem als Klausrabbiner in Altona, nabij de Duitse stad Hamburg. Zijn enorme Joodse geleerdheid werd in geheel Europa erkend.

Een Klaus is in het oude West-Jiddisch een aanduiding voor een Joodse school. Het woord is etymologisch afkomstig van het woord clusa het welk in het Latijn ‘gesloten’ betekent. Een Klaus werd door leden van de kehille gesticht. In een Klaus werden Tauro en Talmoed bestudeerd.

De Chacham Zvi paarde zijn scherp intellect aan heldere hallochische ratio’s en standpunten. Voorts genoot hij aanzien omdat hij een afkeer had van geld en de invloed die daarmee soms gekocht kon worden. Door gefortuneerde gemeenteleden in Amsterdam werd hij wel beschouwd als obstinaat en in een zekere zin arrogant.

Hij was niet zelfzuchtig maar wel gepassioneerd en uitgesproken. Dit kon soms leiden tot conflicten, waaronder hij soms duidelijk leed. De Chacham Zvi behoort tot de meest vooraanstaande Chassidei Asjkenoos. Van zijn handgeschreven responsa is slechts een deel in druk verschenen. Zijn meesterwerk gaf hij de titel Responsa Chacham Zvi (Amsterdam 1712).

Reeds voor zijn beroeping als Opperrabbijn van Amsterdam had de Chacham Zvi een zeer indrukwekkend verlopen carrière als rondreizende geleerde. Zijn bekendheid kan worden afgeleid aan het grote aantal hallochisch geleerde werken die collega rabbijnen publiceerden.

In veel gevallen omvat een dergelijk boek de opmerking, dat de bekende Chacham Zvi die plaats had aangedaan en daar met lokale geleerden over hallochische vraagstukken had gedebatteerd waarbij hij hen zijn standpunten of besluiten mededeelde. In veel gevallen werd diens opvatting als richting gevend voor de lokale gemeenschap schriftelijk vastgelegd.

Zvi Hirsch Asjkenozi werd geboren in Moravië, in de stad Mezeric. Aanvankelijk ontving hij zijn educatie van zijn eigen vader en van zijn grootvader Efrojiem HeCauhein die functioneerde als rabbijn van Alt-Ofen.  Zijn grootvader zond hem naar de jesjievo van rabbijn Eiliehoe Cobo in Saloninki, aan de Adriatische kust.

In Thessaloniki ten tijde van zijn aankomst was reeds sedert de Klassieke Oudheid een voorname Joodse gemeenschap gevestigd. Ten tijde van de Chacham Zvi waren er relatief veel aanhangers van de valse messias Sabbetaj Zvi woonachtig in die stad.

Sabbetaj Zvi was een Sefardische Jood die zichzelf als messias had uitgeroepen. Ook deze figuur was een rondreizende Joodse prediker, die in het mediterrane gebied een aanzienlijke aanhang verwierf. Dit bleek later ook in Amsterdam onder de leden van de Portugees Israëlitische Gemeente zo te zijn.

In Amsterdam verkochten sommige Joden zelfs hun bezittingen en hun woning om met de opbrengst de reis naar Eretz Jisro’eil te kunnen bekostigen. Immers Sabbestaj Zvi had opgeroepen tot een terugkeer naar het oude vaderland van het Jodendom.

Sabbetaj Zvi veroorzaakte veel onrust in het Ottomaanse rijk, dusdanig dat hij op last van de Sultan werd gearresteerd en  werd veroordeeld. 

Uiteindelijk bekeerde de valse messias zich tot de islam om zo te ontkomen aan de hem opgelegde doodstraf. Ook na zijn uiteindelijke overlijden bleven in sommige Sefardische gemeenschappen nog generaties Sabbetajanisten bestaan die geloofden in zijn wederkomst als messias.

Voor de Chacham Zvi waren deze ontwikkelingen bepalend voor zijn carrière waarin hij het beschermen van het ‘ware’ Jodendom tegen de Sabbetajanistische invloeden die hij met kracht bestreed waar hij maar kon.

In Saloniki maakte de Chacham Zvi zich de Sefardische studie- en Talmoedische onderzoeksmethodieken eigen. Voorts leerde hij het Ladino in woord en geschrift. 

Ladino is de uit Middeleeuws Spaans gemengd met Hebreeuwse en Arameese woorden en uitdrukkingswijzen samengestelde taal van de uit het Iberisch schiereiland afkomstige Sefardiem, een overgeleverd erfgoed vanuit de Al-Andaloesperiode in de Spaanse koninkrijken voorafgaande aan de verbanning van de Joden uit het katholieke Spanje.

Na Saloniki studeerde de Chacham Zvi een poos in Constantinopel, waar zijn genialiteit opviel en waar hij werd aangeduid met de titel Chacham, de Sefardisch titel voor een rabbinale geleerde, zulks ondanks zijn Polnische oorspong. Na terugkeer na Alt-Ofen huwde hij een dochter van een voorname Joodse burger van die stad.