Parsje van de week: Bemiedbar
Bamiedbar: 01:01-04:20
aanvang sjabbes 18 mei 2018: 20.00 uur
einde sjabbes 19 mei 2018: 22.33 uur
Rabbijn Simon Bornstein
Bamiedbar: 01:01-04:20
aanvang sjabbes 18 mei 2018: 20.00 uur
einde sjabbes 19 mei 2018: 22.33 uur
Rabbijn Simon Bornstein
----------------------------------------------------------------------------------
Parsje Bamiedbar is de parsje van de week welke wij lezen voorafgaande aan de viering van Jontef Sjewoenges op 19 en 20 mei 2018. Sjewoenges is de Jontef waarop wij vieren dat Mausje Robbeine en de Jidden de twee loechaus - stenen tafelen ontvingen op de berg Sinoj. Het is tevens het einde van de Sfieres Hengaumer, het tellen van de Omer tussen Pesach en Sjwoenges, negenenveertig dagen lang.
Mausje Robbeine ontvangt de de loechaus
Seifer Bemiedbar belooft een volk op de vlucht vanuit slavernij de verlossing. Een positief beeld. Na de bevrijding en uittocht uit het land van de verdrukking zijn de kinderen van Jisro'eil aangekomen in de woestijn, waar zij aan de voet van een eerbiedwaardige berg kamperen om de Grondwet, het morele en ethische statuut van het Joodse volk te ontvangen: de Tauro.
In het kampement aan de voet van de Berg worden de twaalf stammen in seperate deelkampen ondergebracht, systematisch gepositioneerd. De Tauro zal functioneren als Grondwet van een land dat ons voor eeuwig als erfdeel door de Eeuwige werd beloofd: Eretz Jisro'eil.
Het kampement wordt gegroepeerd rond het Heiligdom, Miesjkon. Daar brachten de leden van de stam Levie de offers in het Heiligdom en gaven zij Tauro-onderwijs aan de andere Jidden. Ook treft Mausje Robbeine maatregelen om de fysieke veiligheid van het volk te borgen. Fysieke en spirituele verdedigingsmechanismen werden georganiseerd. Een strijdmacht in het leven geroepen en opgeleid. De Jidden op weg nar een onafhankelijk volksbestaan.
De Levieten kampeerden meer nabij het Heiligdom dan de andere elf stammen. Dit om reden dat zij belast waren met alle aspecten van de verzorging van het Misjkon. Wanneer het volk het kampement op brak om verder te trekken, zorgden de Levieten voor de afbouw van het Heiligdom.
Na het uit een genomen te hebben werden de onderdelen van het Misjkon door hen op wagens geladen. Deze wagens werden ingezet om de zwaarste en minst heilige delen van het Heiligdom te vervoeren. De Levieten transporteerden de meest heilige objecten en onderdelen van het Misjkon op hun schouders door de woestijn. Hieronder begrepen de Menauroh, de Araun HeKaudeisj, de Sjoelchon en de twee altaren.
Wanneer de karavaan de volgende plaats van tijdelijke vestiging bereikte, werd het kampement wederom op de zelfde wijze systematisch opgebouwd en ingedeeld als tevoren. De Levieten hadden daarbij de taak het Misjkon ter plaatse te re-assembleren en het te bewaken tegen indringers die niet behoorden tot de stam Levie.
De erediensten in het Misjkon werden geleid verricht door leden van de stam Levie. Indien het Joodse volk niet de ngoweiro van het Gouden Kalf zouden hebben gekend, zouden de Bechauriem - eerstgeborenen de aangewezen personen zijn geweest tot het verrichten van de erediensten en tot het brengen van de offers. Door hun kleine zonden werden de Bechauriem niet geschikt bevonden voor deze taakuitoefening, welke thans toekwam aan de stam Levie.
Omwille van hun levenslange tempeldienst, deelden de leden van de stam Levie niet in het bevolken van een landstreek in Eretz Jisro'eil. Zij waren in de eerste plaats toegewijd aan HeKausdeisj Borche als ambassadeurs van hun broeders en zusters. De Levieten daarentegen ontvingen achtenveertig steden in het Heilige Land, die zij bevolkten. Om in hun levensonderhoud te voorzien ontvingen de Levieten tien procent van de agrarische opbrengsten van het land dat de overige elf Joodse stammen als agrarier verbouwden of als veehouder lieten afgrazen.
Jiechoes - afstamming heeft vrijwel niets te maken met privileges of speciale rechten, maar heeft alles van doen met verantwoordelijkheid en voorouderlijke bekrachtiging. Onze Aartsvader Jangakauv zegent zijn nageslacht, de zonen van Jauseif, zulks opdat hun namen zullen worden geroemd en vernoemd in het illustere gezelschap van de namen van Awrohom en Jitschok, zoals vermeld in Bereisjies 48.16.
Dit betekent niet alleen dat nakomelingen bijvoorbeeld Jantje, Gerben of Joost worden genoemd, maar veel belangrijker is het dat zij worden gekoppeld aan de idealen, waarden en verplichtingen van hun patriarchen en matriarchen. Innigst verbonden worden met de eeuwen oude keten van Joodse generaties voor ons.
Dit houdt ook in dat ze hun de eeuwige belofte die ze van onze Schepper hebben ontvangen kracht geven, dat hun zaad het Land van Israël zal blijven erven. Er in zullen slagen de boodschap en de zegening van Goddelijke moraal en vrede aan de wereld over te brengen.
Dit houdt ook in dat ze hun de eeuwige belofte die ze van onze Schepper hebben ontvangen kracht geven, dat hun zaad het Land van Israël zal blijven erven. Er in zullen slagen de boodschap en de zegening van Goddelijke moraal en vrede aan de wereld over te brengen.
De unieke missie van het Joodse volk te vervullen, de eenheid van Gods Naam te verbreiden in deze wereld, vereist dat wij ons voortdurend verbinden met onze Schepper, met zijn Tauro, met onze Joodse levenshouding, met ons eigen Joodse volk en onze medemens.
Goed Sjabbes!
-------
---