zondag 29 april 2018

Sfiras Hengaumer ספירת העומר het tellen van de Omer



Door: Rabbijn Simon Bornstein

Vanaf de tweede avond Jontef Pesach leven we vol verwachting naar de volgende Joodse feestdag: Sjwoenges (Wekenfeest). Tussen Pesach en Sjwoenges wordt ieder van de negenenveertig dagen geteld. Iedere dag wordt een kleine wijding gegeven met kort een extra ceremonieel na het Mangeriev, het avond gebed.

Afbeeldingsresultaat voor Omer tellen afbeelding
 Gerst-oogst in Eretz Jisro'eil

De naam Ngaumer is afgeleid van een Talmoedische inhoudsmaat, de Omer. De Tauro geeft in het boek Wajiekre 23:15-16 nadrukkelijk de opdracht tot het tellen van de negenenveertig dagen. De telling herinnerd in het bijzonder aan de Omer-ceremonie in de Beis Hemikdasj in Jeroesjolojiem. Gedurende de Ngaumer-tijd werd in de Beis Hemikdasj iedere dag een offer gebracht van de Gerst (graansoort) welke in deze periode werd geoogst in het Heilige Land.

Gedurende de genoemde oogsttijd werkten de meeste Jidden op het veld om de oogst binnen te halen. Tijdens die periode had men weinig contact met buren, familie of anderen van het volk. De periode tussen Pesach en Sjewoenges geldt traditioneel ook als de periode waarin Ngam Jisro’eil uit Mitsrajiem de Sinaj in trok.

Aangezien men in het Klassieke Israël geen vaste kalender hanteerde, maar een methode gebruikte waarbij het Sanhedrien (opperste rabbinale gerechtshof/ parlement) maandelijks de aanvang van een maand vast stelde aan de hand van getuigenissen van getuigen die een volle maan hadden waargenomen, alsmede vanwege het feit dat Hebreeuwse maanden negenentwintig of dertig dagen tellen, was er geen vaste datum waarop Sjewoenges werd gevierd.

Hierdoor konden de boeren die op de velden werkten niet precies weten wanneer zij zich huiswaarts dienden te begeven om Sjwoenges te vieren. Hen was immers niet bekend hoelang de maanden Nisan of Ijar duurden. De Tauro draagt ons daarom op de dagen te tellen, de Tauro verbindt zo Pesach en Sjewoenges. De agrariërs wisten hierdoor nauwkeurig wanneer Sjewoenges te vieren.

In de loop der eeuwen werd het joodse volk getroffen door een aantal plagen, tijdens de Ngaumertijd. Zo stierven in de Romeinse periode de leerlingen van de befaamde Rabbi Ngokivo in de periode tussen Pesach en Sjewoenges. 

In de Middeleeuwen werden in deze tijd van het jaar vaak pogroms plaats. Dit is de tijd waarin het christelijk Pasen door de andere Europeanen werd gevierd: een tijd waarin sommige antisemitische christelijke theologen meenden dat pogroms moesten worden georganiseerd. 

Daarom beschouwen we deze periode hallochisch als een periode van rouw. De rouw wordt uitgedrukt doordat er een verbod geldt grote nieuwe goederen in deze periode aan te schaffen, te huwen, zich te scheren of naar muziek te luisteren. 

De sterfte onder de talmiediem van Rabbi Ngakiewe kwam op Lag BeNgaumer tot een einde. Deze dag valt midden in de periode van de telling en wordt door velen gebruikt als dag waarop me bij voorkeur een huwelijk voltrekt. 

Deze vreugde komt in Israël tegenwoordig tot uiting door het houden van grote familiare barbecues of een pelgrimage naar het graf van een grote Joodse geleerde. Deze samenkomsten worden aangeduid in het Aramees met het begrip Hiloula.