Door: Rabbijn Simon Bornstein
Vanaf de tweede avond Jontef Pesach leven we vol
verwachting naar de volgende Joodse feestdag: Sjwoenges (Wekenfeest). Tussen
Pesach en Sjwoenges wordt ieder van de negenenveertig dagen geteld. Iedere dag
wordt een kleine wijding gegeven met kort een extra ceremonieel na het
Mangeriev, het avond gebed.
Gerst-oogst in Eretz Jisro'eil
De naam Ngaumer is afgeleid van een Talmoedische
inhoudsmaat, de Omer. De Tauro geeft in het boek Wajiekre 23:15-16 nadrukkelijk
de opdracht tot het tellen van de negenenveertig dagen. De telling herinnerd in
het bijzonder aan de Omer-ceremonie in de Beis Hemikdasj in Jeroesjolojiem. Gedurende
de Ngaumer-tijd werd in de Beis Hemikdasj iedere dag een offer gebracht van de
Gerst (graansoort) welke in deze periode werd geoogst in het Heilige Land.
Gedurende de genoemde oogsttijd werkten de meeste
Jidden op het veld om de oogst binnen te halen. Tijdens die periode had men
weinig contact met buren, familie of anderen van het volk. De periode tussen
Pesach en Sjewoenges geldt traditioneel ook als de periode waarin Ngam Jisro’eil
uit Mitsrajiem de Sinaj in trok.
Aangezien men in het Klassieke Israël geen vaste
kalender hanteerde, maar een methode gebruikte waarbij het Sanhedrien (opperste
rabbinale gerechtshof/ parlement) maandelijks de aanvang van een maand vast
stelde aan de hand van getuigenissen van getuigen die een volle maan hadden
waargenomen, alsmede vanwege het feit dat Hebreeuwse maanden negenentwintig of
dertig dagen tellen, was er geen vaste datum waarop Sjewoenges werd gevierd.
Hierdoor konden de boeren die op de velden werkten
niet precies weten wanneer zij zich huiswaarts dienden te begeven om Sjwoenges
te vieren. Hen was immers niet bekend hoelang de maanden Nisan of Ijar duurden.
De Tauro draagt ons daarom op de dagen te tellen, de Tauro verbindt zo Pesach
en Sjewoenges. De agrariërs wisten hierdoor nauwkeurig wanneer Sjewoenges te
vieren.
In de loop der eeuwen werd het joodse volk getroffen
door een aantal plagen, tijdens de Ngaumertijd. Zo stierven in de Romeinse
periode de leerlingen van de befaamde Rabbi Ngokivo in de periode tussen Pesach
en Sjewoenges.
In de Middeleeuwen werden in deze tijd van het jaar vaak pogroms plaats. Dit is de tijd waarin het christelijk Pasen door de andere Europeanen werd gevierd: een tijd waarin sommige antisemitische christelijke theologen meenden dat pogroms moesten worden georganiseerd.
In de Middeleeuwen werden in deze tijd van het jaar vaak pogroms plaats. Dit is de tijd waarin het christelijk Pasen door de andere Europeanen werd gevierd: een tijd waarin sommige antisemitische christelijke theologen meenden dat pogroms moesten worden georganiseerd.
Daarom beschouwen we deze periode hallochisch als
een periode van rouw. De rouw wordt uitgedrukt doordat er een verbod geldt grote
nieuwe goederen in deze periode aan te schaffen, te huwen, zich te scheren of
naar muziek te luisteren.
De sterfte onder de talmiediem van Rabbi Ngakiewe
kwam op Lag BeNgaumer tot een einde. Deze dag valt midden in de periode van de
telling en wordt door velen gebruikt als dag waarop me bij voorkeur een
huwelijk voltrekt.
Deze vreugde komt in Israël tegenwoordig tot uiting door het
houden van grote familiare barbecues of een pelgrimage naar het graf van een
grote Joodse geleerde. Deze samenkomsten worden aangeduid in het Aramees met
het begrip Hiloula.