zondag 25 augustus 2019

Marokkaanse Joden in Israël vieren en herdenken 60 jaar Marokkaanse migratie


Door: Rabbijn Simon Bornstein®
De 1 miljoen Marokkaanse Joden in Israël vieren en herdenken dit jaar hun massamigratie van zestig jaar geleden. De migratie van Marokkaanse Joden naar Israël ving reeds aan gedurende de Ottomaanse periode, ruim voor de oprichting van de Staat Israël.


Vanaf heden en gedurende het komende Joodse jaar zullen tientallen evenementen in Israël worden georganiseerd om de Marokaans-Joodse bijdragen aan de ontwikkeling en groei van de Israëlische samenleving in de schijnwerpers te zetten. Al deze activiteiten worden georganiseerd door de Wereldfederatie van Marokkaanse Joden.

Aan het einde van de Ottomaanse heerschappij en vóór de ondertekening van het Verdrag van Fez in 1912 dat voorziet in Franse bescherming voor Marokkaanse Joden, kwam de massamigratie op gang. In het bijzonder vanuit Fez, Rabat en Marrakech naar de kleinere dorpen en steden op het Marokkaanse platteland.


Sommige Jodenbuurten waren duidelijk overbevolkt. Er heerste daar veelal een diepe economische armoede. Op een aantal plaatsen moesten Joden bidden in schuil-synagoges, onttrokken aan het oog van de maatschappij om bedreigingen het hoofd te bieden. 

Sommige families vertrokken daarom naar het Heilige Land. Tussen 1908 en 1918 migreerden ruim 80 gezinnen van Marokko naar Tiberias en Jeroesjalajiem.

Gedurende het  Interbellum, de periode voorafgaand aan de Holocaust, werden Marokkaanse Joden gestimuleerd om hun kinderen naar Franstalige scholen te zenden. Om zich de Franse cultuur eigen te maken en in die cultuur te integreren.
De Franse invloed in Marokko nam vanaf het begin van de twintigste eeuw fors toe.

Gedurende de Tweede Wereldoorlog redde Koning Mohamed V van Marokko zijn Joodse onderdanen door diens persoonlijke inzet. Toch voerde het Vichy-regime, een marionettenregime in het door Nazi-Duitsland bezette Frankrijk ook enige anti-Joodse maatregelen door in Marokko. Marokkaanse Joden zouden bepaalde overheidsfuncties niet langer mogen vervullen. 

Zolang de Fransen over Marokko heersten, konden Joden legaal naar Israël migreren. Zionistische organisaties konden legaal actief zijn. Een aantal jonge Marokkaanse Joden streden tijdens de Israëlische onafhankelijkheidsoorlog, anderen maakten Aliya omdat zij zich door de Franse regering niet goed behandeld voelden.

Na de oprichting van de Staat Israël hebben Marokkaanse Joden ruim 111 steden en dorpen in Israël opgericht en bevolkt. Voor en na de onafhankelijkheid van het Koninkrijk Marokko brak een onzekere tijd aan voor minderheden in Marokko.

Na de overwinning van de kleine Staat Israël op de Arabische legers van zeven landen die Israël aanvielen, kregen Joden op diverse plaatsen in Marokko te maken met irrationeel geweld tegen personen en goederen. In sommige steden vonden zelfs progroms plaats waarbij tientallen Joden werden vermoord, zoals tijdens de pogrom in de noordelijke stad Oujda, aan de grens met Algerije.

Tussen 1948 en 1955 migreerden circa 70.000 Joden van Marokko naar Israël en tussen 1955 en 1961 nog eens 60.000 personen.

Na de troonsbestijging door Koning Hassan II, accepteerde de Marokkaanse regering een per capita losgeld voor iedere Jood die naar Israël wilde vertrekken. Voorafgaand aan de Zesdaagse Oorlog in 1967, vertrokken nog eens 120.000 Joden vanuit Marokko.


Ruim 300.000 Joden zijn volgens de Wereldfederatie van Marokkaanse Joden geëmigreerd naar Israël. 

Heden zondagavond zal een eresaluut worden gebracht aan de Marokkaanse gemeenschappen in Israël om daarmee de massamigratie te vieren en herdenken.


In de komende tijd zullen evenementen volgen in Jeroesjolojiem, Chadera, Beit Sjemesj, Tel Aviv, Dimona, Ramla en tientallen andere plaatsen. In totaal trekt de Wereldfederatie van Marokkaanse Joden samen met lokale autoriteiten ruim 3.000.000 Shekel uit voor de festiviteiten.


De Wereldfederatie van Marokkaanse Joden roept alle Joodse gemeenschappen, ook die in Nederland op om de Marokkaans-Joodse massamigratie groots te vieren. Dit vanwege het twintigjarig jubileum sedert de oprichting van de Wereldfederatie van Marokkaanse Joden en vanwege de cruciale bijdragen die Marokkaanse Joden hebben geleverd aan de opbouw en bloei van de Staat Israël.

Rabbijn Simon Bornstein® is de secretaris van de Nederlandse Afdeling van de Wereldfederatie van Marokkaanse Joden, daarnaast is de Rabbijn in 2019 benoemd als Ambassadeur van Maluku4Maluku



.

zondag 11 augustus 2019

Het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) werd nooit opgeheven

Het Koninklijk Nederlands Indisch Leger werd nooit opgeheven, zo maakt Stichting Maluku4Maluku bekend, daags voor de nationale Nederlands-Indië-herdenking aanstonds de 15de augustus 2019

.
Als belangenbehartiger van veteranen en hun relaties (Veteranenwet) die tegen Japan gevochten hebben in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, neemt Stichting Maluku4Maluku afstand van de opheffing van het KNIL als afgekondigd in het Staatsblad na bekrachtiging door de Kroon op 26 juli 1951.

In het Koninklijk Besluit is sprake van de opheffing van het Koninklijk Nederlands-Indonesisch Leger. Een dergelijk INDONESISCH leger werd echter nooit opgericht. De militairen die dienden bij het KNIL hadden uitsluitend een dienstverband met het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger.

Koningin Wilhelmina prees na de Tweede Wereldoorlog dan ook de moed van de Ambonezen in het verzet tegen de Japanse bezetter van Nederlands-Indië. Voorts roemde zij hun trouw aan het Koninklijk Huis, als militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger.

Het vooroorlogs dienstverband met het KNIL bleef ook na de bevrijding op 15 augustus 1945 in stand en het KNIL leef ook militair actief. 

De Stichting Maluku4Maluku stelt dat het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger nooit werd opgeheven en defacto en dejure nog steeds bestaat.

Maluku4Maluku spreekt hierbij over de Nederlandsche, de Indische, de Surinaamse, de Antilliaanse en de Joodse veteranen van het KNIL. In het bijzonder de Ambonese veteranen kwamen op militair-dienstbevel voor de periode van maximaal zes maanden naar Nederland. Juist voor deze categorie veteranen is het diepst grievend en beledigend dat er wordt gesproken over een (nooit bestaand hebbend) Koninklijk Nederlands-INDONESISCH Leger.



Evenzo grievend wordt het ervaren, dat er geen Molukse representatie wordt uitgenodigd bij de (besloten) Indië-herdenking in het gebouw van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, jaarlijks op 14 augustus. 

Maluku4Maluku richtte recentelijk een verzoek aan Kamervoorzitter K. Arib, om de Molukse deelname aan die herdenking mogelijk te maken, maar ontving hierop geen reactie van de huidige Kamervoorzitster. 

#BIJEENKOMST "#SOLIDAIR MET# ISRAËL"

Door: #Rabbijn #Simon #Bornstein ® Na de verschrikkelijke aanval op Israël hebben Joodse organisaties in Nederland, waaronder de Joodse Ge...